1492-1498 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 258/265
Jaartallenindex

mr Richard Barradot, secretaris van de Vorst, contra de magistraat van Leiden. Eiser vorderde namens zijn vrouw Marguerite Floris Jacobsdochter van Leiden betaling van een aantal termijnen uit de periode 1492-1498 van renten, die Floris Jacobsz op Leiden had gehad (totaal 65£). Leiden beriep zich op brieven van uitstel. Eiser stelde dat de stad in de brieven uitdrukkelijk afstand had gedaan van eventuele privileges. Verweerders stelden dat de geeiste renten reeds verschenen waren vóórdat Marguerite in het bezit gekomen was van de brieven. Bovendien menen zij dat de overdracht van rentebrieven aan leden van de hofhouding (op wie de brieven van uitstel niet van toepassing zijn) vaak slechts een truc van de eigenaars is om toch betaling te verkrijgen. Hierbij: 1) rentebrief dd Leiden 1474-04-30, waarbij Leiden een lijfrente van 12 g. R gld verkoopt aan Dirck Florisz en Jan Florisz, 2) rentebrief dd Leiden 1474-04-30 waarbij Leiden een lijfrente van 12 g. R gld sjaars verkoopt aan Marcelie Florisdochter en Margriete Florisdochter, 3) rentebrief dd Leiden 1474-04-30, waarbij Leiden een lijfrente van 12 g. R gld sjaars verkoopt aan Geeryt Florys Jacobsdochter en Aechte Floris Jacobsdochter, 4) rentebrief dd 1485-12-24 waarbij Leiden een lijfrente van 2£ Vls sjaars verkoopt aan Kerstant Nannenz, 5) rentebrief dd 1490-04-30 waarbij Leiden een lijfrente van 30 gouden Andries gld verkoopt aan Geryt Jan Jansz