1493-02-06 (1492) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 4v-7 (fol 2)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Floris van Noortich gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn oom Heere Jan van Noortich, ridder, zoolang hij leeft, dat schoutambacht van Spanbrouck, mitsgaders die heerlycheyt van Spiersdijck, ende van heel Santwerve in den voirs. schoutambacht van Spanbrouck gelegen, dats te weten Spierdijck en Santwerve met alle die laeghe landen gehieten die Kaige, streckend tot der zytwinde toe, ende soo voordt langes der zijtwinde ofte waterkerkinghe off anders hoe die genoemt is lopen 13 roeden beneden naer Spanbroeck, ende voortgaende nae den ban ende ambachte van Opmeer ende gehieten is die Overtom, ende soo voortgaende tot Berckmaersdyck voortgaende tot den ambachte van Obdam lopende soe voordt tot den Bobbeldyck toe, ende is een gescheyt tusschen Spiersdyck ende Hoorn. Voorts maakt Floris aan zijn moeye vrouwe Agniese van Rijne, huysvrouw van zijn oom heer Jan, de helft van het voorn. goet tot lijftocht na dode van heer Jan voorn. Vervolgens scheldt Ludolff Claesz van der A voor zich zelf en voor zijn dochter jvr Lysbeth van der A, huisvrouw van Floris voorn, met haar gecoren voogd Cornelis van Sonnevelt, deze percelen kwijt aan heer Jan voorn. en vrouwe Agniese voorn, tot lijftocht. De 5£ die Floris aan Ludolf voorn. jaerlijks schuldig is uit dit goed, blijven rusten op zijn andere goederen
present: mr Jacob van Almonde, Claes Jan Claesz, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet