1496 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossiers 160, 161
Jaartallenindex
magistraat van Leiden, met Jan Stoep, Michiel van Tetroe en Janneken Pieter weduwe Jan Claisz contra Jacob en Willem Thonisz (zoon van Anthonis Meeuwesz) uit Schiedam. Aangezien Leiden in gebreke bleef om haar renten te betalen, was de stad in 1496 voor het Hof van Holland gedaagd en tot betaling veroordeeld. De Schiedammers executeerden 44£ Vls op goederen van Leidse burgers, o.a. Jan Stoep. In Oct. 1497 kreeg de stad van de vorst een betalingsregeling van haar schulden en op grond daarvan vorderden zij van verweerders staking van hun acties (dossier 160). Nog een dergelijke zaak van de magistraat van Leiden met Dibbault Hermansz contra mr Jan van Schoenhoven, waarbij een mandement dd 1497-10-05 waarbij aan Godschalk Thielmansz uit Papendrecht door de deurwaarder opgedragen wordt het beslag op goederen van inwoners van Leiden op te heffen. Akte dd 1498-02-20 (1497) waarin genoemd Zegher van Weyburch, drossaard van Worinchem (dossier 161)