15.. |

Ms Opstraeten van der Molen dl III fol 911
Jaartallenindex

ick suster Maritgen Gerritsdochter van Berckenrode, mater in St Marienconvent binnen Haerlem, certificeert voor de waarheid dat mijn suster juffr. Hase van Berckenrode, in t laest van haer sieckte, cloeck ende machtich nochtans van memorie ende spraecke wesende, mij sittende bij haer opt bedde sonder haer te vragen ofte vermanen etc. mij geseijt heeft dese woorden of gelycke in substantie: "Maritgen, suster, Engbrecht Willemsz Ramp myn goede man overmits sijn groote moeijten als ick wel weete, die hij gehadt heeft of noch hebben sall, hebbe ick gemaeckt all mijn lant ende renten tot Velsen, sijn leven lanck. Des sall hij mijn kinderen wederom vrij houden in coste ende sijn tafel geven tot sij 12 jaren oudt sijn. Ende nae mijns mans doot salt voors. lant, renten ende goeden tot Velsen dat om myn eijgen gelt gecoft is, weder komen aen mijn twee kinderen ende niet aen sijn kinderen". Seyde die voorn. joffr. Hase voort tot my ende beval mij expresselijck, dat ick Henrick van Berckenrode heur ende mijn broeder seggen soude, dat hij niet scherp noch strenge jegens de voors. Engebrecht wesen noch sien en soude. Toirconde etc. opten .....