1471-1472 (2) |

Rek Rentmeester Kennemerland 903
Jaartallenindex

(vervolg) (fol 22) van noch eenre ander besterfnisse minen genad. here anbestorven in de ban van Oestzanen bij dode van Jan Vruechdenz, dat ⅓ deel van desselfs Jans Vruechdenzoens goeden over ende in den naem van Hillegondt des voirs. Jansdochter, woonachtig in Oist Vriesland, te weten ende dat denselven minen genadigen here van denselve goede voir zijn derde, te lote gevallen is 2 stucke lants groot samen omtrent 4 maden, dairaf dat meeste stucke vercocht gheweest is Jan Rembrantsz om 16 R gld 5st, ende dat ander stuck bij Dirc Vechtersz om 17 R gld 11 st. En noch ⅓ deel van ¼ deel van 5 hond lant gecoft bij Martin Pietersz om 2 R gld. Item ⅓ deel van eenre huysinge welcke huijsinge deselve Jan Vruechdenz in zijn leven gemaict ende gegeven hadde Geertruijt, sijn joncwijf, huer leven lanck te gebruycken, mitsgaders al zijn imboel die van cleenre wairde was. Die beteringe van welken huys Aef Lambertsweduwe gecoft heeft om 3 R gld 6½ st. Ende een coe die deselve Jan Vruechdenz gaf in testament der kerk van Oestzanen. Alle welcke voirs. goeden vercocht sijn geweest bij den anderen erfgenamen van denselven Jan Vruechdenz aleer de rentmeester van de voirs. besterfnisse ijet wiste. Niettemin hij heifth denselven coop van waarde gehouden [omdat zij bij officiële verkoop waarschijnlijk minder opgebracht zouden hebben]. De rentmeester ontvangt nu in totaal 39£ 3sc 2d. Certificatie van Aelbrecht Willemsz en Jacob Claesz, schepenen van Oostzaan