1474-03-10 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 34
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat Griet Claes Martsens weduwe mit haar bestorven voogd Auwel Gherytsz, en met Aeris Jansz, Egbert Hermansz en Auwel voirs, hoir vier vierendelen eenerzijds, en Claes Martsens vier kijnderen, alze Jan, Stijn, Katherijn ende Geert met haar voogd Dirc Etzen, en met Het Jansz, Jan scout die kistemaker ende Dirc Etzen voirn, hoir vier vierendelen etc op tie ander sijde, gelieden dat zij geschift en gescheiden zijn van de erfenisse ende goede die Claes Martsen nagelaten heeft. Griet zal hebben ¼ deel van een Arnhemsche gulden sjaars totten eweliken pacht staende tot Monikedamme op Jacob Hoennicx huijse gelegen opt suijteynde, ¼ deel van renten te Amsterdam. De kinderen zullen hebben de andere ¾ deel van de voors. pacht en goede etc. (vgl 1467-04-21, 1474-06-03, 1474-04-26)