1475-07-23 |

R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Kennemerland fol 39, 40 (fol 12)
Jaartallenindex

hertog Karel beleent Joost van Sevenbergen met al de lenen hem aanbestorven bij dode van zijn moeder Vrouwe Geryt van Vianen: 1) de hoge en lage heerlijkheid van Nordeloze en van Slingelandt, met thijns en tienden (leen van Arkel), 2) de Groote Weert mit den gherichte, mannen ende die tiende in Alblasserweert in den kerspel van Nordeloiz ende van Menckeloiz, tot een erfleen; 3) die hooge en lage heerlijkheid van Nyencoop, met renten, vogelijen, visscherijen etc, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer. Verder met alle heerlijkheden, huizen, renten en goederen hem aanbestorven bij dode van vrouwe Meyne van Heemskerck, sijnre oude moeder, nl: het huys tot Heemskerck met alle toebehooren, als duven, molen, swanen etc, tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, het ambacht van Luttick Oosthuysen, tot een onversterfelijk erfleen te verheergewaden met een hayck, het dorp van Etershem, het land van der Scellinge met de hoge en lage heerlijkheid, alle renten, profijten etc, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een zeel winden. En verder alle andere hem aanbestorven goederen. Daar Joost beneden zijn jaren is, doet zijn vader Heer Aernt heere tot Zevenbergen hulde, eed en manschap voor hem. Op 1476-06-19 beleent de hertog met deze lenen jvr Marie van Sevenbergen, als haar aangekomen bij dode van haar broeder Joost. Haar vader doet hulde en manschap