1479-03-20 | Heemskerk
Kroniek Hist Gen jg 1850 p 229-232
Jaartallenindex
uitspraak tussen Clais van Assendelf Willemsz ter ener en Johannes Boele ter ander zijde, inzake de kwetsing van eerstgenoemde door laatstgenoemde, te houden op een boete van 1000 Eng nobelen; 1) Johannes zal in de Raadcamer van het Hof, blootsvoets etc op zijn knien vergiffenis vragen, 2) hij zal een pelgrimage moeten doen naar St Pieter en Pouwels te Rome en daar op zijn blote knieën een mis bijwonen. Daarna een pelgrimage naar het H. Graf te Jeruzalem, 3) zodra hij uit de voorpoorte van den Hove in den Hage ontslagen is, zal hij binnen 3 dagen den Hage en binnen 8 dagen Holland en binnen 14 dagen Zeeland moeten verlaten, 4) binnen deze 8 dagen zal hij 3 pelgrimages moeten doen: a) ten Heiligen Bloede te Bergen in Kennemerland, b) t Sinte Jeroen te Noortwyc, c) t OLVr te sGravensande en in Zeelant t' OLVr in den polre, 5) Jan zal in de kerk van Heemskerc, daer die vaders en ouders van de voors. Claes begraven liggen, een capelrie van 4 missen per week moeten stichten en die doteren bij goeddunken van deken en kapittel van de capelle opt Hof in den Hage. De collatie en gift van deze capelrij blijft aan Claes voors, 6) Jan moet "die meesters ende cyrurgienen" betalen die de voors. Claes genezen hebben. Deze uitspraak werd gedaan door Wolfard van Borssele, grave van Granpré, Stadhouder Generaal etc, door beide partijen als arbiter aangewezen