1480-08-28 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 230
Jaartallenindex
Claes van Adrichem, abt van Egmond, oorkondt dat Wouter van Beekesteyn als een recht gesedt voicht van Katrijn Gerijt Berckmersdochter, hem heeft opgedragen tbv Gerbrant van Buyten Dircxs de navolgende lenen: 1) vier hofsteden gelegen binnen der stede van Beverwijk op 't Roepeynde (?) ghemeen met Gerbrant voors, belend zuid: Dirck Saskersz en Gerrit Ockertsz met zijn evenknijen tesamen, noord: Heijnrick Schoenaicker ende Arijs Dircxz, 2) 2£ sjaers ghemeen mitten Regularissen ende nonnen in Beverwijk, 3) een hofstede daer lenden of zijn noord: Fye Simon Aelbrechtszoons weduwe, zuid: die Beghijnensteghe, 4) 2 stucken landts mit een block dairtoe behoerende, die belend hebben zuid: Heer Wouterswech, noord: onser abdyenlandt van Egmondt, 5) een stuck lants belend zuid: Heer Wouterwech, noord: die paepelicke provende in Beverwyck, 6) een stuck lants in Midbrouck, belend noordwest: Tyman Sael, zuidoost: Geertruydt van Zaenden. Te houden tot een rechten leen ende anders niet, waarin Garbrant voorn. bij zijn belening consenteert (vgl 1473-07-03, 1532-04-05)
Dirck die Weent en Jan Zoeyersz, leenmannen