1448-06-11 | Sandoel
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 118/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
Adriaen Jan Smittenz, rechter in den ambacht van Raemsdonc, en heemraders in denselven ambocht, oorkonden dat Adriaen Woutersz scoelremeister tot St Gheertrudenbergh opgaf heren Jan Steenken, prior van de Sartroysen by St Geerdenberg, al zulke stucken lants als hier nae beschreven staen in denselven ambacht van Raemsdonk voirs. gelegen: 1) ¼ deel onbedeelt in een weer lant dat men gewoenlijc noemt die Heyninge, daar die Sartroysen ¾ deel in hebben. Gelegen tussen oost: Willem Sneckenz en zijn kinderen, west: Willem rentmeestersland te wesen placht en nu der Sartroysen, streckende zuidwaarts op van der Wateringe tot Jan Stevensz erfgenamen lande toe. Ende noirtwaerts an Arnts erfgenamen van Ghesel's lant toe, met ¼ deel in die drie campen lants dair die Sartroysen voirs. die ander ¾ deel in hebben, onbedeilt, gelegen an die voirg. heyninge noirtwaert op totter weteringe toe, 2) ¼ deel in een weer lands, daer die Sartroysen die ander ¾ deel in hebben, onbedeelt, gelegen tussen ten oosten: Arnts kinderen van Ghesel, west: Jan Stevensz erfgenamen landt toe, 3) ¼ deel van een stuk lants daer die ander ¾ delen oic toebehoren den voirs. Sartroysen, onbedeelt, gelegen in t Broec, tussen ten oosten: Arnts kinder van Gesel, west: Jan Stevens erfgenamen land, streckende van der broukweteringe ter Donga toe. Daar wij rechter en heemraders tot deze tijd geen gemeen zegel hebben, zegelt Adriaen Jan Smittenz, onse richter, voor ons (vgl 1440-10-27, 1446-06-13)
Peter Andriesz, Merten Ram, Adriaen Zeghersz, Meeus die Bont, Andries Hubrechtsz, Aernt die bosscher en Matheus Vastraetsz, heemraders