1455-08-08 |
R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 30/Reg Principum fol 25
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat Clais van Adrichem hem heeft opgedragen tbv jvr Boudijn, sijnre dochter, Willems wijf van Assendelf: eerst een venne lants bij die Wogmeer, groot 5 maden, daer lenden af zyn west: Ysbrant Jacobsz, oost: Jan Eggenzoen en Clais Remkensz. Item noch een stucke lants geheten die Monikenwerve, groot 7 maden, dair lenden af plach te wesen oost: heer Roelant van Uytkerke, west: Katryn Jan Pietersz weduwe. Item noch een stucke lants geheten Florys van Adrichems lage lant, groot ± 16 maden, daer lenden of sijn west: Clais Remkensz, oost: Adryaen Volkairtsz. Item noch een mat lants geheten Florijs van Adrichemslant, west: Pieter Gockenzoen. Zij wordt er vervolgens mede beleend tot een erfleen, als haar vader
mannen: Jan van Cats, Geryt van Assendelf, mr Anthonis Michiels, Jan Ruychrock, Clais die Vriese, rentmeester generael