1456-06-11 | Haarlem
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 38/1 no 243/St Elisabethsgasthuis
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat Geertruy Pieter Jansz weduwe met haar momber Symon Pietersz, geliede dat zij puerlic om Gods wil gegeven heeft in rechter aelmisse, den rechten armen brootgangers die bynnen Hairlem voir der luyde doeren omme broot gaen, een stucke lants geheyten Ellegerslant, gelegen in den ban van Crommenye, zooals dat voor tyds door wijlen Pieter Jansz voorn van Barthout Gerytsz gekocht is, utgenomen 1/10 deel van denzelven lande toebehoerende den rechten armen bynnen Crommenye voirs. Ende belent hebben noord: Griete Dirc Gerrytsz weduwe, zuid: Dirck Eggenz, oost: Jan Claesz, west: den dyck ende die Crommenije. Heer Claes Pouwelsz, priester, pater in het klooster St Anthonis boomgaert te Haerlem, met Pieter Jan Dirc Tymansz.z als zijn voogd, belooft dit land te beheeren en de opbrengst voor het beoogde doel te besteden. Op haar verzoek bezegeld door Willem Pieter Walichsz, schout in Crommenije, en ook door schepenen voorn.
Garbrant Claes Pellegrimsz.z, schepenen in Haerlem (!), tughen en buren: Jan Amelghersz en Claes Dirck Mansz