1458-03-23 (1457) | Oesdom

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 39/Reg Principum fol 31
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Jan van der Coulster hem te kennen gegeven heeft dat hij met de ambachtsheerlijkheid van Oesdem, die hij ten onversterfelijke erfleen houdt, eveneens houdt de daartoe behoorende thijnse binnen dat ambacht, en nog een thijns genoemd St Martynstijns, streckende eensdeels buten den voirs. ambocht, ende dairtoe die Vroonscoude, altsamen wairdich wesende ende geldende 3£ 6 schell sjaars (t pond voor 40 groten gerekend), ende dat hij dairmede vele moeynisse heeft om die jairlixe te innen, mits dattet veel personen schuldig zijn. Hij verzoekt nu dat hem deze renten ten vrijen eigen gegeven worden om die te kunnen verkoopen, mits dat hem noot ende behoeflic is die te vercoopen om sijn schulde dairmede te betalen. De hertog voldoet aan dit verzoek tegen betaling van 20£ van 40 groten