1458-05-08 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 12 en 13
Jaartallenindex
Willem Enghebrechtsz, schout van 's Hage, collator van een cappelrie die Jan Vos Hoichstraet en Gheertruyd Willemsdochter zijn geechte wijf zaliger gedachten met gesamender handt gesticht en gefundeert hebben, welck Gheertruydt voorn. als ghemachticht van Jan Vos voorn. geleydt heeft om die te verdienen in der cappellen der zusteren van St Elyzabethen huys in den Hage, tot welcker, naer Jan Vossen doot voorsz ter beteringe Geertruydt voorn. gegeven heeft drie £ sjaers Holl payment op Floris die Vleyschouwers huys, welck Floris voorsz na den rechten van den lande gecoft heeft alsoe als die renten voorn. op zijn huys ter lossinge stonden. Voort zoe heeft die mater van den selven zusterhuys voors. mij gebeeden alsoe alser een stucke landts after haer convent leydt dat deser cappelrijen toebehoert, ende plach te ghelden 10£ 's jaers Holl payments, off ick mij goederthieren wilde maecken ende consentieren dat zij ander 10£ Holl payment goede vaste ende zekere renten daer voer in die stede mochte setten. Zij verzoekt nu de door Floris de Vleyshouwer afgeloste rente op zijn huis te mogen vervangen door deze rente van 10£ uit dit stuk land achter het convent. Heer Dirck Hoochstraet, priester, possessor der cappelrie consenteert deze vervanging, en beide verzoeken de confirmatie van de bisschop van Utrecht die 12 Mei d.a.v. verleend wordt