1460-12-16 |

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 134
Jaartallenindex

Claes Goetgensz wonende te Ursem oorkondt dat hij verkocht heeft aan Gelis Meijnartsz als oom en voogd tot behoef van Pieter Meynartsz zyn broeders twee kinderen, die zijn broeder voors. ghewonnen heeft bij zijn vrouw Aechte Gherrit Symonszdochter, dien Godt genadich zij, namelick geheten Pieter en Duijve tezamen, 2 g. Wilh sc. op een zate lands, groot 7 maden en op het huis datter huden sdaechs op staet, gheleghen in den banne van Ursemme, ende is gheheten die Bloocken ende dat Schaeplant, ende belent hebben noord: Gelis Meynartsz voors, west: Adriaen Martensz. Daar Claes Goetgesz voors. zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Joost Jacobsz en Claes Gherritsz voor hem te zegelen. Onder staat: Dese bovengescreven pacht in Ursem is anno 1570 offgecoft, daeromme deurgeslagen. [het stuk is doorgehaald]

getuigen: comen Pieter Jansz en Dirrick Claesz bontwercker