1460-1465 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 86
Jaartallenindex

Pieter Jordensz en Dirk van Foreest (eisers) contra Elisabeth Vechtersdochter en Claes van Adrichem (geintimideerden) en zevenen van Spaarnwoude en Houtrijk (geappelleerden). Betreft onroerend goed gelegen te Osdorp in de ban van Spaarnwoude en Houtrijk, dat door Pieter Jordensz door koop van Lysbeth Vechtersdochter, een kloosterzuster, die hiertoe consent had van haar pater en moeder overste. Claes van Adrichem, Lijsbeth's voogd en zij zelf hebben daarna door de zeventuig de koop nietig doen verklaren. Het Hof van Holland vernietigde dit vonnis. Daartegen appel. Aanwezig: a) verklaring van schout, burgemeesters en schepenen van Haarlem in zake de overdracht van het onroerend goed aan Pieter Jordensz, ten overstaan van Dirk Jansz, schout van Sloten en Osdorp; b) sententie van het Hof van Holland dd 1465-09-21; c) sententie van het Hof van Holland dd 1460-11-06 en uitgesproken 1460-11-13, waarbij het beroep van Simon Frederik van een door de zeventuig van Oudkarspel gewezen vonnis wordt verworpen. Het verband met de onderhavige zaak is niet duidelijk [samensteller heeft niet veel begrepen van de zaak en een eigen visie gegeven, niet gebaseerd op akten: Osdorp ligt niet onder Spaarnwoude, en de uitdrukking "Lysbeths voogd en zijzelf" klopt niet, zij had als non een gecoren voogd nodig]