1461-02-14 |
Reg H. Geest Naaldwijk/Copie v.d. Marel p 13
Jaartallenindex
in die Noortbroec van lant gecoft. Ic Ghijsbrecht van Driel oorkondt dat ik wittelic vercoft hebbe Willem Pietersz ende Cornelis Gerritsz als Heylich Geestmeesters tot des Heyligen geests behoef tot Naeldwyck, een margen lants luttel min of meer, gelegen in den ambacht van Naeldwyck, belend west: Willem Pietersz, zuid: Volcktgen Jan die Pelsers weduwe of hair erven, oost: Volcktgen Jan die Pelsers weduwe, noord: een banwech, zoals de doorgestoken brief inhoudt. "Want ic selve genen segel en hebbe, soo hebbe ic gebeden den eersamen mr Jacob Stormsz, cureijt ende canonick tot Naeldwijck, desen brief over mi te zegelen. Ende ic mr Jacob hebbe ter bede van Ghysbrecht minen lieven neve voirs. minen segel hier onder angehangen