1462-01-25 (1461) | Sparenwoude
R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 33/Reg Et Finis fol 17v
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat een deel jaren geleden Jan van Spernewoude Claesz hem opdroeg tbv zijn vrouw jvr Janne van Delff, de hofstede van Spernewoude met 5 maden lants en met 24 maden lants die men voort van deselver hofstede te leen houdende is. Waarmede zij vervolgens beleend werd, zonder dat zij een leenbrief had, daar zij meende dat het een erfleen was binnen aftersusterkint niet te versterven, en men haar slechts een brief wilde geven naar de oude principale hantvesten die van een recht leen spraken, al had mr Pieter van Beoisterzwene in de verlybrief van haar man ook anders gezet, doch deze had erbij geschreven, na uytwijsen der oude hantvesten. De hertog beleent haar nu tot een recht leen, de 5 maden belend, a) hiervan zijn 2 maden bouwland en strecken van der hofstede oostwaert aff tot den Heerweg toe westwaert, ende aen die noordzijde streckende tot den kerckwege toe van Spernwoude ende over den heerwech neffens die voorscr 2 maden; b) ende die andere 3 maden lants daeraff geheten sijn die Hoeve ende belegen heeft aen die oostzijde die voors. heerweg, west: Ysbrant van Spernewoude, zuid: Willem Baertszoon, noord: Agniese Gerijts weedwy van Spernewoude