1462-05-02 |

R.A.H. Coll Aanw 103 Caput Kennemerland fol 11/Reg Et Finis fol 6
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij alle heerlijkheden, huizen en landen en renten als Jan van Heemstede seyde hem aenbestorven te wesen by der doot van zyn vader Geryt van Heemstede, hadde doen setten in onsen handen, overmits dat wij meynden dat die tegen ons verbuert souden wesen, mits dat sijn oudevader allerlei leengoed ten vrijen eigen verkocht had zonder consent van de leenheer. Op ootmoedig verzoek geeft de hertog hem nu zijn leenen terug, tegen mindering van hetgeen de hertog nog schuldig is wegens het geld dat zyn oudevader Heer Jan van Heemstede had staan op het baljuwschap van Kennemerland, ten bedrage van 300 Holl schilden, clinckaerts genaamd. Hij wordt beleend met: Eerst dat huys ende hofstede van Heemstede met allen den lande daeromme gelegen dat met rechte tot den huyse behoordt van Heemsteden, met der hoger heerlycheyt ende gerechte van aller bruecken die binnen denselven huyse ende hofstede binnen den utersten graften vallen sullen. Item die ambachtsheerlycheit van den alingen dorpen van Heemstede. Item die heerlycheit hooge ende lage van den dorpe van Benthuysen, met thiende, renten ende anders allen synen toebehooren [zie ook fol 29v, resp. 15v]