1434-08-01 |

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 17
Jaartallenindex

Jan van Zwieten. Hertog Philips oorkondt dat Vrouwe Jacob in voirtyden aan heer Aernd van Ghent gegeven had de heerlycheden hooge ende lage van Spanbroeck, Opmeer, Opdam ende van Hensbroeck in onsen lande van Westvrieslant binnen enen scoutscip, schependom, rechten ende vrijheden palende an Hoochwoude, Abbekerck, Zybekerspel, Wadwey, Luckedrecht ende Urssem, ende voort in die Waert tot Veenhuysen toe, volgens de brief daarvan (die volgt) dd 1429-11-05, bevestigd door hertog Philips 15 Nov. d.a.v. Dat heer Aernt vervolgens voor hem gekomen is, klagende dat hij om noot wille van sculden dese goederen heeft moeten verkoopen an onsen getrouwen ende geminden Jan van der Boechorst, Jan van Zwieten ende Goeswijn Machielsz. De hertog beleent Jan van Zwieten vervolgens slechts met ¼ deel van deze heerlijkheden "gelyck als Jan voirs. mit Jan van der Boechorst ende Goeswyn Michielsz dat voorscr ¼ deel van malcanderen cavelen ende deelen zullen". Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een roode valk of 2 Vrancr scilden daarvoor