1434-09-11 |
Coll Aanw 204 fol 475, 493, 494v/Mem Rosa II fol 174, 181, 181v
Jaartallenindex
belooft Willem Claesz, de Viscoper, van Leyden, dat hij in den Hage zal blijven totdat er sententie door de Raad uitgesproken is van dien twiste en geschil dat tot Leyden geschiede op St Bonifaciusdach, dair Willem voirs. mede was overgeseyt. Hij belooft de uitspraak die komen zal, te zullen naleven. Op 1434-09-26 wordt de uitspraak in deze zaak gedaan "over den Berendrechters ende hoire medeplegeren om der brueken wille tegen minen here gedaan", weswege Willem Claesz de Viscoper gevangen zat omdat hij de schout van Leiden "gevreest" had. Terstond na zijn ontslag uit gevangenschap zal Willem, blootshoofds, ongegort en ongeschoyt op zyn knieƫn de Raad om vergiffenis smeken in presentie van de schout van Leiden en 2 of 3 van het gerecht. Binnen een maand moet hij vertrekken (en intussen niet in Leiden komen) voor een bedevaart naer St Jacob in Galissien. Na terugkeer blijft hij nog een jaar lang verbannen uit Leiden, het baljuwschap van Rynland en dat van der Hage en uit Haagambacht; (fol 181v) heeft Willem betoog gedaan van zijn bedevaart. Volgt de Latijnse tekst van dit betoog