1434-10-10 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 13; Handvesten Amsterdam dl I p 301, gedrukt 1748 no 5; Van Mieris dl IV p 1058
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat onse lieve en geminde nichte jvr Katryne van Cleve ende van der Marke, met heer Arnt van Gent als haar gecoren voogd, hem heeft opgedragen tbv onse getrouwe Raad en Camerling heer Henrick van Borssele heer van der Veer ende van Sandebergh, alsulke heerlijkheden ende leengoeden als zij van onse grafelijkheid van Holland mits doode der Hoger geboorne vorstinne vrouwe Margriete van Cleve, gravinne van Henegouwen, Holland en Zeeland, onser liever nichte ende huer suster anecomen waren: 1) het huys te Schoten met al zijn erven die daertoe behoort, liggende te Schoten [huis te Cleve]; 2) het ambacht van Aemsterveen met zijn renten en toebehoren; 3) het ambacht van der Nuwe Aemstel nae inhout der brieven; 4) t ambacht van Sloten ende van Oosdorp met visserij en al zijn toebehoren; 5) dat Vroongers, zo groot ende cleyn als dat gelegen is an t's Gravendamme. En dat hij vervolgens heer Henrick voors. hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Catharina van Cleve verzoekt haar broeder Adolph hertog van Cleve en graaf van der Marcke deze brief te confirmeren

onse Raden en leenmannen: heer Willem van Egmont heer van Ysselsteyn, heer Florens v.d. Abeele heer te Welsinge, heer Gerrit van Zyl, heer te Purmereynde, heer Jan van Wassner, ridders; Boudyn van Zwieten, Godschalk Oom, heere van Wyngaarden, knapen, Beoosten Zwene