1434-11-27 |

Coll Aanw 204 fol 556/Mem Rosa II fol 199v
Jaartallenindex

also Bertolmeeus Daemsz met zyn hulperen aengesproken zyn dat hy binnen der stede van Delft een vrede gebroken sou hebben, zo zyn gecomen voor den Rade enige van zyn magen en vrienden van zijnre wegen en hebben hun gesubmitteert daaraf aan de uitspraak van de Raad. Borgen stellen zich Pieter Daemsz, zyn broeder, en Jacob Zoet Jansz. Op St Andriesavond d.a.v. kwam voor de raad Jan Martyn van Delft, die gehoord heeft dat ter kennisse van de Raad gekomen is dat hij en zijn zoon Gysbrecht tegen minen Heer gebrueckt zouden hebben boven eenen vrede. Mocht hij breukig bevonden worden, dat verzoekt hij hiervoor gratie en genade