1436-01-27 (1435) |
R.A.H. no 86 fol 115-116
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt: alsoo Jan Jacobsz onse schout tot Zibenkerspel plach te wesen, kenlijck ende grotelijck tegens ons ende onser heerlycheijt gebruect heeft, overmits bruecken wille, die in zijnen bedrijve in der tijt dat hij onse schoutambacht bediende, onder hem geschiet sijn bij eenen geheten Mertijn Jansz over twee vreden, te weten een aftersusterkint vrede ende een eerste lit vrede, die de voorn. Jan Jacobsz onberecht ende den voorn. Mertijn daeroff ombesaeijt heeft laten blijven sonder ons te bewaeren in onsen rechten. Voor shertogen Raad gedaagd en gekomen verzocht hij beraad. Een dag beraad werd hem toegestaan, doch hij nam de vlucht. Hij wordt nu uit het schoutsambt ontzet en dit wordt bevolen op Peter Petersz