1438-07-15 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 393/Arch Nieuwe Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
Jan van der Mije oorkondt dat hij een pangel aangegaan heeft met zuster Hillegont Gerytsdochter, priorisse van het Oude Nonnenconvent bij Amsterdam en het gemeene convent, van alsulken lande als ic op dese tijt leggende hebbe int Moynevelt gelegen t Apcoude in der parochije van St Pieter t'Utrecht, also groot als het hem toebehoort, ende is wat minder dan die helft van den Moynenveldt voirs, met al zijn rechten opter huysinge die dairop staen, ende oick tot ½ mergen lants gelegen bij den dorp van Abquoude, die Claes Jan Bouijnszoon op dese tijt gebruict. Hiervoor hebben sii mij weder overgegeven alsulke 9½ morgen lants als sij leggende hebben ghehadt tot deser tijt toe tot Quynshuel in den ambacht van der Wateringe ende nu ter tijt bruyct Jan Airntsz wonende in Monsterambocht, mit alsulken afterstalle als enige van ons beijden op dese tijt sinen lantzaten gebreken mach (vgl 1330-11-17)
zegel van Jan van der Mije: 3 meerbladen (2,1) [?]