1440-07-24 |

Memoriale Rosa dl VI no 299 p 512, no 376 p 544, no 388, 389 p 550, no 438 p 572, no 450, 451 p 577
Jaartallenindex

op 10 Aug. e.k. zijn ontboden voor den Raad in den Hage, here Jan Gael en zijn broeders, Dirc Voppenz, Huge Geerytsz, die bastairt van Assendelft en zyn kinder, en Jan Uutenhage en zijn broeders, ter antwoorde jegens myn jonchere van Gaesbeke om te horen een sentencie en vonnesse van sekeren geschillen roerende lenen die dieselve jonchere hemluyden voir leenmannen met rechte offgewonnen heeft. Ende al waer t sake dat zij niet en quamen ten voirn. dage, nochtans souden die voirn. Rade hoir sententie geven opten zake voirs, als dat van recht wege behoeren soude, sonder eenige uutsettinge meer dairof te maken; 1440-10-24: uitstel tot 29 Nov; 1440-11-30: de jonker van Gaesbeek die in eerste instantie zelf niet verschenen is, verspeelt hiermede zijn eis tegen de broeders Jan en Daniel Uutenhage (no 388). Toestemming aan Dirck Voppenz om naar huis terug te keren in verband met de afwezigheid van de jonker van Gaesbeek (no 389); 1441-02-11: citatie van Jan en Danel utenhage en Dirck Voppenzoe om verweer te voeren tegen de jonker van Gaesbeek (no 438); 1441-02-17: citatie van de jonker van Gaesbeec en de gebroeders uten Hage om op 26 Maart in den Haag te verschijnen. De Raad wenst eerst het advies van clercken van den rechte te ontvangen. Het geschil gaat over het bezit van onroerend goed. De Utenhage's beroepen zich op ongestoord bezit in hun familie gedurende 40 jaar (no 450). Aantekening dat de broers Jan en Danel het onbehoorlijk vinden dat zij daar reeds 16 maal zijn geweest, terwijl de eiser de jonker van Gaesbeek vaak niet gekomen is