1441-07-13 |

Memoriale Rosa dl V no 578 p 341
Jaartallenindex

Adriaen van Raephorst klaagt voor de Raad dat Willem Engbrechtsz him onrecht doet boven zyn oude brieve van bevelinge die hij heeft van den dienste van Kenemerlant, in syn rechten die hij sculdich is te hebben. Daar Willem niet in den Hage was, was hem dag betekend op 13 Juli, waarop Adriaen zijn klacht herhaalde dat Willem onrecht dede in zynen dienste ende dat hy die tiende in Wieringen en in t Nylant vercoft hadde tegen Adriaen's wil en oude brieven. Willem antwoordt dat hij dat had gedaan op speciaal bevel, Willem eist door de heer van Bingincourt beeidgd te worden naar inhoud van zijn beveling. Deze antwoordt dat Willem toch gehandeld had vóór zijn beediging, hij de zaak zou laten voortgaan