1444-06-24 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 806, 807 dl II regest 291, 292
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Dirc Dammasz erkent schuldig te zijn aan zijn moeder Haestgen Dammes een rente van 6 £ Holl sjaars, op de helftscheiding van de woning waarin zij nu beiden wonen benoorden den Hage - de gehele woning betaalt voor omtrent [!] 15 morgen morgengeld-, belend oost: Philips Reymbrantsz, noord: de wildernis, west: Dirck Symonsz, zuid: Dirck Woutersz. Welke ½ woning hij voor deze 6£ sjaars van zijn moeder en haar voogd Willem Dammesz heeft gehuurd. Oorspr. Inv no 806, in dorso: up Willem Dircksz woninge bynoerden den Haghe 6£. Copie, in margine: habet anno 1557 Willem Diricsz onderduyn, anno 1586: Willem Centten. Op 1444-06-25 verklaart dezelfde aan dezelfde nog een rente van 6£ schudlig te zijn onder verband van hetzelfde goed. "Dese twee partien van renten bedragende 12£ Holl sjaars zijn bij Willem Centen ter presentie van Pieter Gysbrechts syns huisvrouwen sone gelost den penning 16 bedragende 144£". Ende heeft nocht ten behouve van de armen betaelt 18 Kar gld voor t verloop seder Kerstavond 1603 tot op huyden dat deselve rente is gelost, 1604-02-06. In dorso van de laatste oorkonde staat: Heinric Ghertz gecocht die ½ van deze renten jegens Andries Michielsz ende Zybrant Andriesz. Noch gecoft 2£ jegens Jacob Michielsz ende Heinric Gerytsz. Up Willem Dircksz woning bynoerden den Haghe 6£