1444-08-12 | Schellinkhout

Arch Marquette no 584 K
Jaartallenindex

Ghijsbrecht van Vyanen, ridder, heer toe Noerdeloes, toe Nijcoep ende toe Oesthuysen, oorkonden: want Vrederijck Janszoen mi ghetoent heeft enen brief met schout ende schepenen van Scellinchout inhoudende hoe dat Vrederiic voirs. tot twee tijden met eenen seventuyg gewonnen ende in goeden recht gevonden wort van 1½ margen landts leggende in den ban van Scellinkhout, daer lenden of sijn zuid: Aelbrecht Peterssoen, west: Jacob Feijt soen. Wellick land voirs. mi Vrederic Janszoen voer miin mannen van lien hyer naa benoemt opgedragen en quitgescouden ende dairna of verteech ende quitscout als miine mannen wiisden dat recht was, welck land ic Vrederiick Janszoen voirs. weder verliet hebbe ende verlie met dese brieve etc ten onversterfelijken erfleen. Te verheergewaden met een blanke snoek of een Rins gld (vgl 1477-04-17)

onse getrouwe man van leen Egbert van der Beets Claeszoen, Splinter Ghysbrechtszoen bastert van Nyenrode