1446-06-23 |

Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A no 15
Jaartallenindex

oude Dirc Jansz oorkondt dat hij vercoft heeft tot enen vrijen eygen heren Dirc Pietersz, priester, totter cappelrien behoef die hij nu ter tijt selve beseten heeft, leggende in der susteren capelle tot St Michiels binnen Haerlem, ½ mat lants leggende in een campe lants van 4 maden gelegen in de ban van Assendelf by der molen an den dijc in dat molenweer, daer die ½ van den helen camp of toebehoert den convent der susteren tot St Michiels binnen Haerlem, ende dat andere deel den cappelrie voers. Welke hele campe voers. belent hebben mit erven oost: Gherijt Buse, west: die dijc, zuid: dat convent voers, noord: jonghe Jan Hwssersz. Daar hij zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Willem Gherijt Roelofsz.z voor hem te zegelen (zegel: een stappend paard). In dorso: "Dese brief spreck van een hallif madt in Henrick Diericksz vier madt tot Assendelf. So vercocht in t jaer 1565"

Gheryt Gael, Jan Janszoen ende Pieter Louwen, tughe, bueren ende wyncoepslude