1447-03-10 (1446) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 229/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat Aechte Willem Doevensoens weduwe met haar momber Garbrant van der Couster geliede dat zij verkocht heeft aan de kerkmeesters van de parochiekerk, de H. Geestmeesters en de gasthuusmeesters van St Elisabethsgasthuis, een stuk lands groot 11 geersen, gelegen in den ban van Utgeest, geheten Aecht Ysbrantsvenne, en hebben belent zuid: Arnt Pieter Dirc Weentssoen ende Claes Jansz, noord: Garbrant Luijtdgensz, streckende op die Schepmeer. Onder voorwaarde dat zij na Aechtes dood zullen uitreiken aan de zusters van de 11000 maagden te Haarlem op die after Croft binnen Haerlem uit het voorn. stuk lands, alle jaar 1 gouden Eng nobels. Deze zusters beloven vervolgens met hun voogd Pieter Willemsz, dat zij terstond na Aechtes dood, een wekelijkse mis voor haar, haar ouders etc zullen laten doen (vgl 1449 op O.Vr dag Nativitas (1449-09-08) Inv no 38/1 no 229)
Gheryt van Ruven en Jan van Ruven, schepenen; bezegeld door schepenen en door Garbrant van der Couster