1448-04-16 | de Nijenburch
Schadee: Sententiƫn Hof van Holland 1447-1448 p 59 no 45
Jaartallenindex
Willem van Brakel heeft voor de Raad gezegd in tegenwoordigheid van Claes van Thoorenborch, dat Claes "in vare ende in velde geweest is" toen een man "bij den Nyborch het pansier over het hoofd vuijt gescoten is", waardoor hij werd verwond en aan de verwonding is gestorven, dat er niemand als "belijder" optrad, dat toen men het lijk wilde begraven, het begon te bloeden, dat hij [Willem] te zijner tijd recht hierover wenschte te doen als baljuw van den Nyenborch. Claes van Thoorenburch antwoordde dat hij onschuldig was. De Raad beslist: Willem en Claes zijn beiden dienaars van de Grafelijkheid en Willem heeft Claes hiervan beticht in de Kamer van de Raad, zodat de Raad competent is in deze. Partijen hebben beloofd hangende dit geding in vrede te zullen leven, ook wat betreft de wederzijdse familieleden