1670-05-23

R.A.H. O.R.A. 2106 fol 91v
Transportregister Egmond

Aecht Heyndricx, weduwe van Jacob Cornelisz van de Morsch, wonende te Egmond Binnen, geassisteerd met de E. Adriaan Rusius, burgemeester aldaar, en haar toecomende man Gerrit Aelbertsz als haar voogden in deze, erkent schuldig te zijn aan Jan en Tryn Jacobs, haar kinderen bij wijlen Jacob Cornelisz van de Morsch, 150 gld hun toecomende van hun vaders erfenis, uit te betalen op hun 18e jaar of bij hun huwelijk. Zij belooft de kinderen tot zolang te onderhouden, en bij haar vooroverlijden zal haar toecomende man Gerrit Aelbertsz dit doen. Zij verbindt hiervoor een stuk land te Egmond Binnen, groot 500 roeden, genaamd "de Gheer", west: Dirck Jacobsz Craackman, oost en zuid: de schilpwech, noord: Symon van Veen en Jan Gerritsz van de Morsch. Pieter Aelbertsz Lacher en Claes Cornelisz Moij als wettelijk bij het gerecht op 15 mei l.l. gestelde voogden over de kinderen, beloven dat Aecht en Gerrit de vruchten van eventuele erfenis den kinderen aankomende mogen genieten. Verder is overeengekomen dat indien iet soude mogen comen van de kinderen grootvaders boedel Cornelis Jansz van de Morsch zal., dat dezelve dat half en half zullen delen