1620-05-06
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 22
Transportregister Egmond
baljuw, schout en schepenen van Egmond oorkonden dat Jhelis Garbrantsz, Dienaer des Goddelijcken Woorts tot Eertswoude, als man en voogd van Griet Jacobsdochter, Diert Anthonisz als man en voogd van Maritgen Jacobsdochter, Cornelis Jacobsz Coeckebacker en Jacob Meinertsz Groot als vader en voogd van zijn kinderen Brecht Jacobs, Trijn Jacobsdochter. Al te samen in deze erfgenamen van Anna Jansdochter, in haer leven huisvrouw van wijlen Hendrick Florisz, in zijn leven burgemeester van Alckmaer, transporteren aan Trijn Tsemmen, weduwe Cornelis Reijersz, in zijn leven laeckencoper binnen Alckmaer, ½ van een stuk lants gelegen op die Houve, verdeelt synde aen 2 stucken, het ene genaempt Delweijt, het andere Jan Hennen weytgen, liggende aen de Morschlaan, oost: Heer Reijers weijt, west: het lienweijtgen, zuid: de waert, noord: de Morschlaan. Noch ½ van het Hoge Weijtgen gelegen op de Morschlaan, oost: d'abdije van Egmont, zuid en west: die Canonicken, noord: Jan Gerritsz, daervan de wederhelft de voorn. cooperse als mede erfgenaem van Anna Jansdochter es toebehorende. Koopsom 2000 £
J. v.d. Nieustadt, baljuw en schout, Aeriaen Cornelisz en Jan Jansz Franchoijs, schepenen