1620-06-03

R.A.H. O.R.A. 2100 fol 16
Transportregister Egmond

Mijes Aelbrechtsz, buerman tot Egmont op Zee, erkent schuldig te zijn aan de E. Loeff van Harlaer, wonende tot Egmont op die Houve, 130 gld, te weten 30 gld van coop en leverantie van een ½ vette koe. Ende 100 gld van verschoten penningen, tegen den penning 16. Tot onderpand stelt hij zijn schuijt, wesende een cleijne damlooper met al zijn gereedschap, zeilen etc, liggende alhier optie oude Vaert. De eersame Jan Aelbrechtsz ende Cornelis Aelbrechtsz Groote, des voorn. comparants halve broeders, stellen zich borg voor de betaling van de bovengeoemde 100 gld. Zij verbinden hiervoor ½ van een huijs en erve tot Egmont op die Hoeve, daer haer vader metter doot uijt geruymt is, oost: Jacop Mathijsz, timmerman, zuid: de Canonicken van de Houve, west: Jan Claesz, noord: de Vaert (vgl 1615-07-16)