1629-04-13

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 40v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Pieter Jacobsz van Daele voor hem zelf, Claes Thonisz en Willem Pietersz Couhorren, als voogden over Maycke Jacobs van Daele, Catalina Jacobs van Dale, Claes Jacobsz van Dale, Willem Jacobsz van Dale, allen kinderen en erfgenamen van Jacob Pietersz van Dale, met consent van schepenen van Aelbertsberg als oppervoogden van de weeskinderen, transporteren aan Gillis Lucas en Jan Willemsz Buijs gesamentlyk, een stuk land groot 3 morgen met huijsinge en geboomte daaropstaande, in Aelbertsberg, oost: de Delft, zuid: de erfgenamen of nasaten van FLoris Jansz, west: de erfgenamen van Willem Jacobsz, noord: de stad Haarlem, met notwech over het lant van Floris Jansz zoals op 22 januari 1601 door schout en schepenen van Aelbertsberg bepaald, en voorts over de laen eertyts toebehorende Frans Jacobsz Laeckeman, poorter van Haerlem. Zoals wijlen Gerrit Fransz den 22 juli 1600 van Frans Jansz gecoft en ontfangen heeft. Onderhoud van de heining van Floris Jansz lant en dat van Willem Jacobsz. Belast met 400 Kar gld, die verkopers er op houden tegen den penn. 16. Met belofte van vrijwaring door verkopers. Oock met gelycke waernisse van Reijer Ysbrantsz ende Florijs Jacobsz zijn borge als de voorn. Gerrit Fransz daervoor ontfangen ende hen tselve dienvolgende gecompeteert heeft volgens de originele brieven daervan zijnde. Belast nog met 3 jaar huur tegen 206 Kar gld per jaar. Koopsom 3400 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Bertelmeus Nijs en Pieter Wanten, schepenen in Tetrode; borg: Jacob Pietersz de Wael