1586-02-11

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 81
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in het ambacht van Noortwyckerhout, mitsgaders schout en schepenen in het ambacht van Overveen, oorkonden dat op 11 februari 1586 stilo novo te Noortwykerhout en op 12 februari d.a.v. te Overveen compareerde Jan de Witte, wonende te Haerlem, die erkende verkocht te hebben aan Joffrou Dieuwer van der Laen, weduwe van jhr Heijndrick van Assendelft, wonende binnen Leiden, de eigendom van een woninge met zijn getimmerte, boomgaert en plantinge van bomen met ± 30 morgen land, gelegen in het ambacht van Noortwijckerhout in de groote Zillick, noord: de weduwe van Dirk Claesz, zuidwest: Claes Maertsz, zuidoost: de schouwatering, noordwest: de wildernis. Belast met: 1) 50 Kar gld erfpacht op 12 morgen 4 hont uit de 30 morgen die Anna van der Laen, zuster van joffrou van Assendelft, daarop heeft, 2) een erfpacht of erfhuer van 30 st per jaar die de grafelijkheid op 7 hont gelegen aan de wildernis, 3) een eeuwige pacht van 17½ st per jaar voor OLVr kerk te Leiden, 4) een losrente van 47 gld per jaar, losbaar met 700 gld, toecomende de erfgenamen van Jan Jeroensz tot Hillegom en daaromtrent wonende. Koopster mag de koopsom ad 1000 gld op rente houden, rente den penn 16. Tot onderpand voor de vrijwaring stelt comparant een woning met 30 morgen land in Overveen, nu gebruikt door Jeroen Jacobsz, zuid: Pieter Aelbertsz duinmeier, noord en oost: de wildernis, west: Grietgen Claesdochter, weduwe Jan Verwer te Haerlem, en Jan de Wit. Item nog een woeninge met 6 morgen in de Vogelesanc, gebruikt bij JanJacobsz duinmeyer, zuid: Jan de Witte zelfs, en voorts rondomme met de wildernis, wezende beide erfpachtlanden belast met 14 gld erfpacht per jaar voor den huize van Brederode; 1609-04-02: deze brief gecasseerd

Claes Gangelofsz Vool, schout, Claes Cornelisz en Cornelis Arentsz, schepenen van Noordwijkerhout, Dirck van Bronchorst en Batenburch, schout, Gerryt Woutersz en Jan Pietersz Koeijer, schepenen van Overveen