1591-03-11
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 33v no 35
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen etc en de schout van Velsen oorkonden dat Engel Jansz, van Aelbertsberge, als man en voogd van Neeltien Anthoenijsdochter, nagelaten dochter van wijlen Antoenijs Maetijsz, in zijn leven buerman in Aelbertsberg, erkende schuldig te zijn aan Henryck ende Margritie van Berkenrode, kinderen van wijlen Sybrant van Berkenrode, in zijn tijd poorter van Haerlem, 225 Kar gld, spruitende uit de koop en custing van 2 stucken lands in de ban van Aelbertsberg, groot 1½ morgen, ende t ander gelegen in de ban van 400 Rynl. roeden, zoals Anthonis Mathijsz die reeds op 1569-01-26 van Sybrant van Berkenrode bij notariële akte gekocht had. Welke 225 hij onderhouden zal op losrente tegen den penninck 18, rente 12 gld 10st per jaar. Tot onderpand stelt hij deze voors. twee stukken land, het eene gelegen in Aelbertsberge, oost: de erfgenamen van Andries Willemsz Korver tot Alkmaar, zuid: Willem Sijmensz of zijn nazaten, west: de wildernis, noord: de erfgenamen van mr Pieter Bicker tot Amsterdam. Ende t ander gelegen in dye banschedinghe van Velsen, oost: die waeteringe genaempt Delleft, zuid: die erfgenamen van Andries Willemsz, west en noord: de erfgenamen van mr Pyter Bicker. In margine: Balthasar Cornelisz. Dese 225 gld syn ofgelost van Lysbeth Bickers ende aen Horst, gelicken hij aen mijn handen bekent heeft den 6 october 1598
Claes Cornelisz, schout, Cornelis Taemsz en Floerys Jacobsz, schepenen in Overveen, en Huych Fransz, schout van Velsen