1614-03-05
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 134v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Frederic Cornelisz Cousebant als vader en voogd over zijn onmondige en ongehoude kinderen vermogende de acte van heren weesmeesters van Haerlem dd 1607-11-16. Mitsgaders Pieter Olij als man en voogd van Syberich Fredericsdochter, ende Franck Pietersz als getrout hebbende Islandt Fredericsdochter, tesamen vervangende Jan Gommertsz, getrout hebbende Maertge Fredericsdochter, alle kinderen van de voors. Cousebant, erkennen verkocht te hebben aan Gillis Jansz Malfait bleycker, een bleyckerije mette huysinge en geboomte, groot 4 morgen lants gelegen in de ban van Aelbertsberg, oost: de Brederodes meer, noord: t huijs te Brederode en Thonis Jacobsz, schout voors, west: de wildernis zoals die afgepaelt staet, zuid: die bleyckerije van Hans Verstraten. Belast met 45 st per jaar op het stuckge lants het Lasch genaemt voor de heerlijkheid Brederode. De rentmeester van Brederode pretendeert verder hierop te hebben 1 schell 2£ C [?] per jaar. Koopsom 2700 Kar gld
Thonis Jacobsz, schout, Pieter Nijs en Joost Cosyn, schepenen