1491-06

folio 108 CVI, CVII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Geryt Pieter Lambertsz en zijn zoon Jan Gerytsz en Jacob Lou Claesz lijen dat zij Beatrijs Florijsdochter Dirc Henricsz weduwe met haar kinderen in t erfhuyerbouck zullen doen setten mit de hofstede ofte sate lants die de voirs Beatrijs heeft doen copen van Margriete Claes Rycoutsz weduwe en haar kinderen in zulken schyn als Geryt Gerytsz die thans gebruyct, of als hoir die vercoft is, ende dit soe geringe als Geryt Ricoutsz die daer thans mede te bouck staende is als voecht wesende van zijn oudemoeder ende broeders ende zusteren, gecomen sal wesen, of indien zij dat niet en deden, zoe zullen sij de voirs. Beatrijs beteren met 100 nobelen