1561-04-21
folio 146 CXXXV 1557-1561
Transportregister Haarlem
Katryn Cornelisdochter weduwe Meynardt Ghysbrechtsz, met Bartelmees Jacobsz als voogd, voor ½, en Willem Jansz als man en voogd van Maritgen Cornelisdochter, met mr Cornelisz Claesz, priester, Bartholomeus Jacobsz en Lubburch Jacobsdochter, executeurs van den testamente van wylen heer Pieter Diricsz Spangert, presbyter, t.o.v. weesmeesters van Haerlem, voor de andere helft, willen vercopen die huysinge metten erve die deselve heer Pieter Dircsz metter dood geruimd heeft, gelegen in St Jansstraat met een poort ute selve strate gaende tot in de voors huysinge en erve naest Jacob Woutersz goutsmit en t huys en erve dat Femmeken Henricsdochter van de voors heer Pieter Dircsz gecoft heeft, gelegen aen d'een zide: St Cecilienstege, an d'ander zide: t huis van Mariken Arysdochter weduwe mr Jan Ballinck, en Jan Adriaens Lou en t zieckhuis van St Cecilienconvent, achter streckende an t voors St Cecilienconvent. Met noch een huis en erf in St Cecilienstege, an d'een zide: die kerck van St Cecilienconvent, an d'ander zide: t voors huys van Femme Henricsdochter. Belast met 7 sc 6 penn. Onder een groot aantal voorwaarden. "Voorts werdt ondersproicken alsoe de turffschuyre van de voors huysinge mit oick de poorte en getimmert van t cleyne huyse gaende in St Cecilienstege naest de voors St Cecilienkerke aen de muyre van t voors convents ziekhuis en kerke gevestigd is, de mater ende conventualen tselve zullen mogen afkueren". Op de voors conditien heeft Dirck Volckertsz t voors huysinge en erve in de offslach gemynt op 1053 Kar gld. In kennisse van mij Jan Visscher, gesworen bode der stede van Haerlem. 21 April 1561