1578-01-28
folio 193, 193v
Transportregister Haarlem
Joost Augustynsz, voor hem zelf, en voor zijn broeders Cornelis en Jacob Augustynszonen, Cornelis Jacobsz als man en voogd van Aeffgen Augustynsdochter, zijn zuster, Claes Thomasz als man en voocht van Engeltgen Augustynsdochter, en Matheus Augustynsz als broeder en voogd van Marytgen Augustynsdochter. Kinderen en erfgenamen van wijlen Augustyn Jansz Steijn, voor 6/7 part in ½ (soe Claes Pietersz Duijst als man en voogd van Guyrtgen Augustynsdochter, ook heurl. sustere, mede 1/7 deel competerende, self coper is). Ende Cornelis, Engbrecht en Willem, Dircx zonen Deijman, gebroeders, met Dirck Claesz Deyman, soone en erfgename van zijn moeder Goolte Dircsdochter. Tesamen erfgenamen van wijlen Brechte Dircsdochter, voor de andere ½, verkopen aan de voorn. Claes Pietersz Duijst 6/7 deel in ½ (waarvan hem het resterende 1/7 deel competeert) en de gehele wederhelft, zodat hij alléén eigenaar wordt van een huis en erf in de Grote Houtstrate genaemt "de Vergulde Berch", aen d'een zide: Pieter Fransz, goudtsmith, Rochus Rochusz, en Ysaack Aerntsz, aen d'ander zide: de Carmeliten, achter streckende aen de erfg. van wijlen Maerten Adriaensz, apteecker. Belast met 10 sch sjaars. De last van 375 Kar gld tbv Engeltgen Symons zal worden afgelost. Koopsom 1225 Kar gld