Made, van der | 1353-01-20 91352)

A.R.A. Copie Leenkamer 32 fol 46v/Reg EL 25 fol 29

Achternamenindex

22 morgen land op Ockenburg van Jan van der Made verbeurd verklaard; de stad Delft krijgt voor de 600 £ die zij hertog Willem gegeven hadden, ¾ van dit land

Marxem, van | 1353-04-18

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 56v/Reg EL 23 fol 35

Achternamenindex

hertog Willem verkoopt aan zijn trouwe ridder Gheryt van Marschem ten vrijen eigen, de helft van 18 morgen land in het ambacht van Rijswijk, waarvan 15 morgen belend zuid: het kerkhof te Rijswijk, noord: het ambacht van den Hage, oost: land dat van Willem van Outshoirne was en waar Willem die Wise land in heeft, welke 15 morgen Willem Andriesz van der Borch van de hertog te leen hield; de andere 3 morgen liggen in hetzelfde ambacht in een woning die Willem van outshoirne hield van den kinde van der Binchorst en verbeurd heeft; koopprijs per morgen 10 Holl schilt, die heer Gerrit voldaan heeft en het land weer door verkocht aan Willem de Moir, die belofte van vrijwaring ontvangt

Olivier de Everingen, Baldwinus de Reymerswale, Florens de Borsalia, H. Amerongen

Marxem, van | 1353-05-17

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 57/Reg EL 25 fol 35v

Achternamenindex

hertog Willem verkoopt aan zijn trouwe ridder Gheryt van Marschem, 7 ½ morgen land geheten Duvensteijne in Wateringerambacht en 7 ½ morgen land in het ambacht van den Hage, die van heer Aerndt van Duvenvoirde waren en verbeurd heeft, voor 22£ Holl per morgen; Gherid van Marschem verkoopt dit land aan heer Gherid de Witte van Coudenhove, en de hertog belooft Gherit de Witte vrijwaring

Olivier de Everingen, Baldwinus de Reymerswale, Florens de Borsalia, H. Amerongen

Mathenesse, van | 1355-03-04

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 83/Reg EL 25 fol 54

Achternamenindex

Daniel van Mathenesse heeft een recesse op Dirc Jacobsz, baljuw van Schiedam, 172 £ 9 sch 4 den en 1 hallinc

Mathenesse, van | 1355-05-20

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 105/Reg EL 25 fol 68

Achternamenindex

hertog Willem beveelt heer Daniel van Mattenisse, ridder, het huis te Riviere bij Schiedam te versterken, met hulp van welgeborenen en poorters

Merske, van der | 1353-07-29

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 63v/Reg EL 25 fol 40

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat hij 18 morgen land die Zeger Zegersz van hem te leen hield in het ambacht van Alphen, belend oost: uiterdijk in de Rijn, west: Jan Scoemakers erve en eigen, zuid: 12 morgen die Dieric Fyenz van der Merske van hem houdt, noord: Dieric Heynricsz kinderen met erve en met eigen, Zeger ten eigen gegeven heeft voor 3 £ gr, die hij voldaan heeft

messagier | 1351-10-01

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 8v/Reg EL 5 fol 5

Achternamenindex

Matheseken en Claseken de missagiers krijgen "alsulke erfenisse als Jacob Gherytsz Aechten man van den Fynsten, opgestorven is van Cleys Slaerdemakers dood syns sweers, want hi dat en alle ander goet dat hi hadde of hebben mach jegens ons verboert heeft"

messagier | 1353-05-03

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 59/Reg EL 25 fol 36v

Achternamenindex

hertog Willem geeft Clasekyn "onsen messagier" 3 morgen land in het Veen aan de zuidzijde van de Hage hout, die Jan Willemsz van der Burch verbeurd heeft

metselaar | 1352-05-10

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 18/Reg EL 25 fol 12v

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt: "want mr Huge die maetselaer onsen ouders lange tijt gedient heeft, soe hebben wi hem ontfangen tot onsen maetselaer onse werck te werken, soe waer dats te doen is, en daer sal hi of hebben jaerlix een paer cleder, gelyc anders onse werclude. Ende soe wilc tiden hi ons werck sinen vollen dach ure, in onser cost, sal hi hebben sdages 1 ½ grote. Ende soe welc tiden hi ons werck in syn sleves cost sal hi hebben 3 groten", de rentmeester moet dit uit betalen

Mije, van der | 1356-04-19 (1355)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 123/Reg EL 25 fol 80

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat hij door Claes den Hert, priester, zijn rentmeester van Noordholland, voor 40 £ Holl verkocht heeft aan Gheryt Screvel Jansz, 8 gaarden land van ± 4 morgen, hem aanbestorven van Hughen Jansz van der Mije [wijlen Vriese Hugenz ?], die het in leen hield, gelegen in het ambacht van Bodegraven op de westzijde van de Rijn tot de Vromade, belend oost: Jacob Arenboutsz, west: Ghisebrecht Aerntsz en zijn zoon Vos met gemengde vore