1705 resultaten

Zouwen, van | 1526-03-28

R.A.H. Coll Aanw 516 B fol 169v/Leenregister Egmond B; Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 239/Arch Zijlklooster Haarlem
Achternamenindex

Aernt van Zouwen, brouwer te Haarlem, wordt door de heer van Egmond beleend met 2 geersen en een vierendeel te Limmen, hem aangekomen bij dode van zijns wijfs oom Jan van Tetrode, zoals deze dit tot een onversterfelijk erfleen gehouden had, belend oost: Gerrit Harcken, west en noord: Claes van Tetrode [in Dampegeest] (vgl 1506-12-01 en 1530-06-08, 1531-12-15, 1533-03-04, 1539-12-18, 1541-02-20, 1543-02-03, 1543-04-20, 1543-06-19))

Anthoni de Moriane, Augustyn van Teylingen, mannen van Holland

Zuilen van Nyevelt, van | 1474-10-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 216
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Steven van Zulen van Nievelt, na dode van zijn vader Jacop van Zulen van Nievelt, met al het goed dat deze van de abdij in leen hield in het kerspel van Zoes, en Jacop vroeger aangekomen was bij dode van zijn vader Steven; vervolgens draagt Steven dit goed over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nievelt, die ermee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen; "nu: Jacob van Nyevelt zyn zoon"

mannen: Alphar Ruysch, Jan van Helmont

Wassenaer, van | 1623-07-03

G.A.Amsterdam Not Arch 386 fol 281, 297, 305/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex

enige kooplieden te Amsterdam attesteren op verzoek van Meynaert van Wassenaer, wonende te Bunschoten, dat zij op de dag van heden met de producent geweest zijn ten huize van Evert van Domselaer en dat deze laatste verklaard had dat hij alle actie die hij had op en tegen Gerrit van Wassenaer, broer van de producent, getransporteerd had aan Cornelis van de Poll, oud burgemeester van Utrecht; 1623-07-17: Meynaert stelt zich vervolgens borg voor zijn broer; zie ook 1623-07-21

kooplieden te Amsterdam: Henrick van de Sande, oud ± 42 jaar, Salomon van der Voort, oud ± 36 jaar

Wijngaard, van den | 1522-1523

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 314
Achternamenindex

Jan van den Wyngaert had voor het gerecht van Dalem een proces gevoerd met Gerrit de Jonge over land aldaar. Sequesters aangesteld om dit land te verpachten en in 1519 verpacht aan Aernt Willem Yeuwenz; 1520-04-19: wees het gerecht het land aan Gerrit de jonge, aan wie de pachter voortaan de pacht betaald. Voor het gerecht van Gorinchem eiste Jan betaling van de pacht aan hem, doch deze eis werd afgewezen. Jan ging in beroep bij het Hof van Holland

Wena, van | 1449-09-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 353
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent jvr Meijn van Wena met haar man Jan van der Boechorst als voogd, na dode van haar broer Jacob Buekels van Wena, met de tiende van Bloemersdijck, van Cole en van Sonnevelt; vervolgens draagt zij deze tiende op tbv haar dochter jvr Hildegont Jhans dochter van der Boechorst, tot een onversterfelijk erfleen; jvr Meijn behoudt haar lijftocht hieraan zolang zij leeft; Jan van der Boechorst doet hulde

leenmannen: Jan van Hueckellem, Jan van der Anxter

Wassenaer, van | 1725

V.R.O.A. 1920 dl I p 296/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 537, 538
Achternamenindex

akte van belening door Johan Hendrik van Wassenaer-Obdam van Anna Sophia van Wassenaer met: 1) het huis Duivenvoorde met bijbehorende landerijen en tienden te Voorschoten, 2) het veer ter Wadding over de Rijn, 3) opbrengsten uit het schot te Kethel, 4) opbrengsten uit de tol te Vlaardingen, 5) een stuk land te Hillegom, 6) tienden te Voorschoten, eertyts van het huis Rosenburch, 7) 6 morgen 29 roeden land in Voorschoten; 1731: Jacoba Maria van Wassenaer door dezelfde met deze lenen beleend

Adrichem, van | 1449-01-04

Privileges van Westzaan en Crommenie p 61
Achternamenindex

Symon van Adrichem, Geraerdt uyt den Hage, Floris van Poelenburg, Gerrit Willemsz uyt den Haghe, Symons Arents, baljuw van Schiedam en Willem van der Sonne doen uitspraak tussen Pieter Willemsz en de schout Arent Willemsz en hun vrienden en magen enerzijds en Willem Pieter Walighsz, Willem Gerritsz, Pieter Schuyer en hun magen en vrienden anderzijds, in het geschil dat zij onderling te Westzaan hadden. Beide partijen legden in hand van Jan Salee, baljuw van de Beverwijk, de belofte af zich aan deze uitspraak te zullen houden

Adrichem, van | 1534-12-03

R.A.H. Coll Aanw 517 B fol 46v/Leenregister Egmond D (?)
Achternamenindex

Francoise oorkondt dat Allard Suys Pietersz als voogd van Claerken van Adrichem Pietersdochter, achtervolgens zeker accoord ten anderen tijden gemaakt tussen mr Hendrick Anthonis Bloesz als zijn gemachtigde in den naam van Claere, ter ener - en Adriana Hermansdr, weduwe van Pieter van Adrichem, moeder van Claerken, wel en wettelijk schuldig te wezen aan Adriana een jaarlijkse rente van 21 Kar gld. Dat zij nu Adriana met deze rente beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. Vranck van Dam doet als een gecoren voogd de leeneed voor haar

leenmannen: Pieter Bol, Joris Timmer, leenmannen van Egmond, Anthonis Le Bucq, leenman van Holland

dubbel

Alphen, van | 1431-01-04

V.R.O.A. 1920 I p 324 regest 55, 56, 57 p 336 regest 98/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 378 regest 55, no 379
Achternamenindex

gravin Jacoba beleent, na opdracht door Jan van Alphen, deze met een tiend te Alphen, die hij tesamen met Jan van Duvenvoorde in eigendom had; 1431-01-14: Jan van Duvenvoorde ruilt zijn deel van een tiend te Alphen met het deel dat Jan van Alphen , welke tiend zij samen in leen hebben van Holland; 1462-09-24: Arent van Duvenvoorde wordt door hertog Philips beleend met een tiend te Alphen die zijn vader Jan van Duvenvoorde van Jan van Alphen gekocht had (vgl 1462-12-17)

Boekel/Bokel | 1357-08-05

Reg Rotterdam en Schieland no 755
Achternamenindex

Jan Jansz en Willem Willemsz, schepenen in Rotterdam, oorkonden dat Reynalt, vrouw van Pieter Zandersz, met haar man als gerechte voogd, voor hen verklaarde schuldig te zijn aan Jan Witte van Zierixee 20 sch Holl per jaar uit haar huis en erf gelegen op de Middeldam tussen Florys Claesz aan de oostzijde en Willem Rotterdamsz aan de westzijde, strekkende van de halve straat tot aan de Rotte, dat Walick Quinsz verklaarde dat deze schuld vóór de zijne daarop reeds gevestigd, zou gaan en bezegelen het stuk

daarboven staat: Jan Bokel ,vgl 08-05 1348