1705 resultaten

Brakel, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem beslist de twist tussen Willem van Engeland en heer Jan van der Wateringe over landen te Vlaardingen, die vroeger van de jvr Willem van Teylingen waren; de vrouwe van Haghesteyn liet zes kinderen na, te weten de vrouw van Goeswijn van Rossem, Dirc van den Wale kocht daar 4/6 deel van, éen van Janne uyten Goye, één Ghizebrecht uyten Goye, één Stasekijk van Brakel en één heer Jacobsdochter van Lichtenberch, en deze vier zesdedelen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engeland

Duvenvoorde, van | 1350-05-29

Reg Rotterdam en Schieland no 618/Van Mieris II p 782
Achternamenindex

Willem van Duvenvoorde heer van Oosterhout vermaakt aan zijn neef heer Philips van Pollanen o.a. het huis te Capelle met de gerechten van der Capelle en van der Nieuwerkerke, met omtrent 24 viertel land te Capelle en het veer aldaar, bovendien het goed dat hij kocht van heer Troveys van der Mie, door hem in leen gehouden deels van heer Jan van Henegouwen, deels van de proost van Oudmunster te Utrecht; hij zal deze goederen in leen houden van zijn broer Jan van Pollanen

Egmond, van | 1356-05-31~

Reg Rotterdam en Schieland no 731
Achternamenindex

hertog Willem draagt aan de heer van Egmond en aan heer Gheryt van Egmond, baljuw in Rynland en het land van Woerden, tot zijn terugkomst in Holland het bestuur op over het land aan deze zijde van de Mase ten zuiden van de Hout van Haerlem in overleg met twee uit de gerechten van Delf, Leyden, Sciedamme en Rotterdamme, en over het land aan gidse zijde van den Hout in overleg met twee uit de gerechten van Haerlem, Alckemaer en Aemsterdamme. Ghegheven in den Haghe

Egmond, van | 1794-08-24

DTB Schepentrouwboek Egmond-Binnen
Achternamenindex

gehuwd: Jacob Gerritsz van Egmond, jongeman van de Houf en Guurtje Jans Swart, jongedochter van de Hoef. Doppboek R.K. Statie Egmond Binnen/Hoef: 1796-04-07: Catharina, dochter; 1798-01-13: hun zoon Gerrit. [Deze Jacob Gerritsz van Egmond kan heel goed degene zijn die in 1812 het overlijden aangaf van Gerrit Jacobsz van Egmond. De doop van Jacob Gerritsz van Egmond is niet aangetroffen, evenmin als die van Gerrit Jacobsz van Egmond, (RK begint pas in 1784). Ook het huwelijk van Gerrit Jacobsz is niet gevonden]

Egmond, van | 1437-07-23

De Blecourt: Memoriale Rosa/Memorien Hof van Holland p 387 no 737
Achternamenindex

in de zaak tussen abt en convent van Egmond ter ener, en de heer van Egmond en de buren aldaar, anderzijds, heeft de Raad een seggen (een arbitrale uitspraak) gegeven, hiervoor is een pauselijke bevestiging nodig en de Raad draagt de abt op, om die te gaan vragen. Verder wordt bepaald dat men "die heerscippie van Egmond" [de heerlijkheid] voortaan in leen zal houden van de kerk en de abt van Egmond, terwijl vroeger vanwege de grafelijkheid van Holland deze heerlijkheid in leen werd gehouden

Foreest, van | 1502-03-15 (1501)

R.A.H. 111 Caput N.H. fol 129v/Reg Archidux fol 30v
Achternamenindex

hertog Philips beleent Maria van Foreest, middelste dochter van Herbaren van Foreest, met: 1) het ambacht van Middelburch, gelegen bij der Goude met landen, tienden, renten en heerlijkheden hiertoe behorende; 2) de helft van 19 maden land, buitendijks bij Saenderdam. Beide lenen van Holland. Sterft jvr Maria kinderloos vóór jvr Anna, haar jongste zuster, dan zal deze die lenen erven. Jvr Maria wordt beleend tot een erfleen, na dode van haar vader Harper van Foreest. Crispijn Jansz [van Boschuysen] haar gecoren voogd, doet hulde voor haar

present: Tielman van Dullecum, Dirc van Boneem, Pieter de Grebber, cleene Jan Bruin

klopt de verdeling ? Zie de belening van Anna en Ursula

Gellicum, van | 1503-10-16

Wapenheraut 1915 p 436/Leenboek Vianen fol 257
Achternamenindex

Jasper heer tot Culemborch beleent zijn neef Sweder van Esschensteijn met het huis, hofstad en goed te Esschensteyn, dat hij tot lijftocht maakt voor zijn vrouw Margriet. Na zijn dood te komen op Johan van Meerten, zoon van Ernst van Meerten en Beerte Sweders zuster, bij diens overlijden op diens broer Frederick of hun broer Cornelis. Sterven deze allen zonder echte geboorte, dan te komen op Otte van Gellikom, zijn oudste zoon, bij Cornelia, Sweders zuster, en bij gebreke van zoons, op hun dochters

Arkel, van | 1384-07-08

Kemp p 122/Van Mieris III p 414-417/Balen: Dordrecht p 7/Batavia Illustrata bl 1406
Achternamenindex

uitspraak van hertog Albrecht in het geschil tussen de heren van Arkel, Brederode, Gennep, de vrouwe van Herlaer, de heer van Ameyde, Willem van Brederode, Johan van Arkel, Gysbrecht van Langerak, Herberen van Liesveld en Willem van Slingeland met de heer van der Lecke van Breda en anderen, die met deze waterschapsheren beschadigd mochten wezen, betreffende het waterschap door het land van de heer van der Lecke. De hertog bevestigt de uitspraak door de heer van Asperen en Godschalk van Brakel, rentmeester van Zuidholland, gedaan

heer Paulus van Haestrecht, baljuw van Zuidholland, Daniel van der Merwede, Johan van Buren Jansz, Willem Everdeijsz, Aarnd Tonisz/Coenenz, Otto Molenaersz, Ocker Willemsz, Gheen Gooswijnsz

Arkel, van | 1393 -1423-02-16

Reg Bisschoppen van Utrecht no 1255/afschrift reg no 10 fol 41 v
Achternamenindex

de heer van Arkel zendt zijn raad mr Heinricus Schatter kanunnik van Luik aan ……. om hem mede te delen dat de gewijde zaken bij de jongste onlusten te Ghorinchem ontwijd zijn, waarop de aandacht van de bisschop van Utrecht gevestigd moet worden.[NB de schrijver, die van Gorinchem spreekt als "oppidum nostrum"en dwaarschijnlijk een heer van Arkel is, noemt de bisschop "consanguineus noster". Dit kan inderdaad voor Frederik van Blankenheim gelden, deze was een heef van de hertog van Gelre, verwant met de Arkels]

Arkel, van | 1400-07-09

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 710v en 711
Achternamenindex

Aernt van Goerl, Claes Reynersz, Willem Everdeysz en Jannes Gelisz doen uitspraak in het geschil tussen de heer van Arkel en de goede luiden van der Sprange over het handvest, "dat die goede luden van der Sprange die rechte erftijns betalen sullen"; "de goede luden van der Sprange hoer erve ende goet behouden ende besitten sullen"; "voert soe is ons seggen, dat sij hoir hoefgruppelen graven sullen in horen dyck ende waterganck maken ende houden"; 1401-02-26: hertog Albrecht confirmeert deze uitspraak (1400)