1705 resultaten
Duvenvoorde, van | 1359-04-15
Arch Duivenvoorde Inv no 2 regest 12 (en andere)
Achternamenindex
hertog Albrecht scheldt Arent van Duvenvoorde, ridder, de som van 200 schilden kwijt, die deze nog aan hertog Willem schuldig was als restant van de koopsom van de erfenis van Jan van Noertich, groot 1000 schilden; 1360-06-24: Jan van Hodenpyl oorkondt dat zijn zoon Dirc van Hodenpyl, geeft aan Jan Bogge Jansz tbv heer Arent van Duvenvoirde de eigendom van 7 morgen in Ockenburg, die Jan Bogge van hem in leen hield; 1360-06-24: de schout van Rijswijk oorkondt dat Dirk van Hodenpyl Jansz geeft aan Jan Bogghe Jansz tbv heer Arent van Duvenvoorde de eigendom van 7 morgen in Ockenburg, die deze van hem in leen hield; 1361-03-09: Aernt van Duvenvoorde verkoopt aan Jan Bugge Jansz 2 ½ morgen in het ambacht van Monster, bij de kapel van Oeldijk en 3 morgen in het ambacht van Rijswijk; 1365-06-06: Arent van Duvenvoorde koopt een tiend in Haag-ambacht; 1366-11-01: Arent van Duvenvoorde beleent Costyn Robbrechtsz met een stuk land in de Hof van Delft, genaamd die Gheerhoeve; 1367-02-05: belend van 2 morgen broekland te Voorschoten
Duijst, uter | 1474-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz
tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz
Arkel, van | 1346-09-01
Regesten der Bisschop Utrecht no 795/Oorspr Ch no 62/Van Mieris II p 725
Achternamenindex
Johan bisschop van Utrecht verdraagt zich met Arnoud heer van Ysselsteyn: Aernoud van Yselsteyne heeft twee brieven ontvangen van de bisschop: 1)1346-09-01: bisschop Johan aan Aernoud belooft, dat hij hem niet zal aanspreken om het goed en de heerschappij die hij houdt van de grafelijkheid van Holland, tenzij dat hij dat goed van de grafelijkheid verkrijgt; geschiedt dit, dan zal hij ze aan hem weer verlenen als lenen van het Sticht op de volgende voorwaarden als zijn ouders die hielden van de heer van Kuic, het gerecht, die tienden en de kerk te Benschop met 32 morgen land daarbij en het gerecht en de tienden van Polsbroec. 2)1346-09-03: de bisschop verleent aan heer Aernoud levenslang het hoge en lage gerecht in het kerspel van Yselsteyne, voor zover dit niet aan de heer van Kuyk, maar aan het Sticht behoord. Vervolgens belooft hij deze twee brieven niet te zullen gebruiken voor de tijd dat Robbrecht van Arkel jvr Aleyde van Asperen getrouwd zal hebben, komt het huwelijk niet tot stand, dan zijn deze brieven krachteloos en zal hij ze teruggeven
Robbrecht van Arckel, heer van den Berghe onsen broeder, Jacob van Lichtenberch, ridders, Engelbrecht Tassaven, knape
Almelo, van | 1317-05-02
Reg Bisschoppen Utrecht I no 402, 353/Racer II 278 no 34
Achternamenindex
bisschop Guy geeft Ecbert van Almelo (monnik te Egmond) de goederen die door de dood van Philips van Almelo (1315-07-24), proost van Oudmunster, en na hem zijn broer Arnoud van Almelo aan de Utrechtse kerk vervallen waren, weer in leen, met uitzondering van Splinterinchof te Ostmerszem, waarvan hij bij deze nog uitdrukkelijk afstand doet evenals zijn broer Johannes van Almelo, op raad van jonker Johannes graaf van Bentheim en Henricus de Almelo, zijn ooms resp van moeders- en vaders zijde, ter beeindiging van de daarover gerezen twist
Ernestus de Almelo, monnik te Egmond, Godefridus de Gore, Johannes Redinck, Arnoldus de Borchlo, Nicolaes en Matheus Sconevelde, broers
Amstel, van | 1156-03-09 - 1156-06-18
Oorkbk Sticht Utrecht no 414/v.d. Bergh I no 135
Achternamenindex
keizer Fredrik herstelt het kapittel van St Marie te Utrecht in het bezit van ".. novalium, justiciam, censum decimas", hun door Egbert van Amstel, ministeriaal van St Maarten wederrechtelijk ontnomen. Egbertus deed afstand maar er ontstond geschil over de grenzen van deze tienden. Vervolgens worden de grenzen bepaald met als scheidslieden Walterus de A, Albero de A, Henricus de Lonreslothe en Aloldus Cultel, inwoners van die streek. Genoemd worden: Bruntheslothe, Horsteldreth [drecht], Wisepe [Weesp] Retfelt [Rietveld], de Vecht, lacus Vuermere, justiciam et censum et in Curtenven [Kortenhoef?] en het land van Willem van Velsen
Arkel, van | 1272-11-04
Arch Duitse Orde no 494/5 p 589; v.d. Bergh II no 244; Noordbrabantse Charters fol 4; Van Mieris I p 365, 366; Hist Episc Ultrj I p 226; Kerkelijke Oudheden Bisdom Utrecht II p 311; Mathaeus: Analecta V p 216
Achternamenindex
Johannes heer van Arkel bevestigt het Duitse Huis te Utrecht in het bezit van alle goederen en rechten te Schelluinen, geschonken door wijlen Theodericus van Altena ("zijns vaders") (1265-03-27 en 1268-05-02), die deze van Muloc gekocht had. [de toevoeging "zijns vaders" ontbreekt in het origineel in de archieven van de Duitse Orde onder 2476; Een afschrijver moet de woorden toegevoegd hebben. Hij zou dan geweten moeten hebben dat bv Dirc van Altena stiefvader van Jan van Arkel was, waardoor ook het verband van Arkel met Altena verklaard zou zijn]
testes: Wilhelmus de Horne en Otto de Heuclum patruus meus
Berendrecht, van | 1567
Arch Kerken Leiden regest 625/Arch St Pieterskerk Inv no 326
Achternamenindex
Melchior van Berendrecht als bezitter van een vicarie op het St Anna altaar in de St Pieterskerk te Leiden, verzoekt aan de keizer om verschillende akten buiten kracht te verklaren, door hem verleden aangaande het in erfpacht uitgeven van 10 morgen land, genaamd Valckenburch aan de Rijn, en de Pollencamp in Leyderdorp, behorende tot deze vicarie, daar dit door hem gedaan is deels tijdens zijn minderjarigheid en zonder dat hem de waarde der landen bekend was. Hij verzoekt tevens om zijn ondertekening van een verzoek tot het onder curatele stellen als ongedaan te beschouwen
Berge, van den, Arkel | 1317-04-12
A.R.A Leenkamer Holland 62 fol 159/Reg in Beyeren IX Cas F fol 159; R.A.H. 57 fol 328v; Reg Hann p 73
Achternamenindex
Johan heer van Arkel oorkondt dat zijn neef Hereberen van den Berghe hem heeft opgedragen het gerecht van Ammers Gravelant en van den Afterlande, ban, boeten, thijns en 2/3 van de tienden en dat hij daarmede vervolgens Herdberne Florkensz "onsen neve" mee heeft beleend. Graaf Willem oorkondt dat dit alles geschied met zijn goedkeuring en zegelt mee. Als opschrift staat op fol 158 boven deze serie brieven: "Brieven vervolgende van den huijse ende goeden van Liesvelt". [ zie ook Liesvelt]. Bevestigd: 1322-03-22 voor Herbarens Florensz, Arnoud van Liesveld
Bies, van der | 1534-12-06
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput ZH fol 277, 299, fol 278, 299v
Achternamenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkercken, ridder, opdroeg t.b.v. Willem van der Bies Jansz, 22 morgen land gelegen in den houffslagh binnendycs in den Pietershouck [Puttershoeck ?], belend noordoost: Gheen Luyten, oost: Willem van Drenckwaerde, noord: de dyck, zuidwest: de Groene dyck, zuidoost: Staets Govertsz. Met het verzoek willem van der Bies hiermede te belenen. Op 1535-01-27 oorkondt Karel dat hij Willem Jansz van der Bies hiermede beleend heeft, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het einde en de datering ontbreken, deze vindt men op fol 279v
Staetst Govertsz, Willem van Drenckwaerde Bouwensz, Govert Staetsz, leenmannen van Holland; 1535-01-127: mr Reynier Brunt, onse Raet en Proc. Gen, Jan Hendricsz, ontfanger van onse exploicten, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen
Blokland, van | 1601-05-18
R.A.H. Recht Arch 2361 fol 30, 30v
Achternamenindex
schepenen in Nieuweramstel oorkonden dat Gerrit Burchertsz, Asuerus van Blocklant als man en voogd van Yffgen Foppen, Frans Gaeff, man en voogd van Vincente Gerritsdochter en Jacob Geritsz, mede voor zichzelf, alle kinderen van Gerrit Burchertsz, daer moeder off was Trijn Jacobsdochter, erkennen verkocht te hebben, na Gerrit voor 5/8 part, Assuerus, Frans en Jacob elk voor 1/8 part, aan de heer Jacob Hendricsz Zaffius, proost te Haerlem en Evert Pietersz, oudschepen van deze jurisdictie tezamen, een bruyckweer land met huis en watermolen gelegen buiten Veldert, strekkende tot aan de landscheiding van Rieck