1705 resultaten

Alkemade, van | 1464-1465

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Heynric van Alkemade: bezit de helft van de koren- en smaltienden in de Hadel (Oostzaan) (895); 1465-1466: (896 fol 17v) zijn erfgenamen genoemd, ook tussen 1466-1467 (897 fol 16v) en 1474-1475 (906 fol 21); 1476-1478: (908 fol 20v) erfgenamen genoemd, hun deel verpacht voor 5£ 10sc; dezelfde post tot en met 1490-1491: (921 fol 19) de helft van de korentienden te Hadel, met verschillende bedragen; 1494-1495: (922 fol 16) deze helft staat nu op naam van Willem Pietersz en Gerrit van Berkenrode de oude, wonende te Haarlem

Assendelft, van | 1443-1444

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

heer Barthoud van Assendelft bezit de visserij te Crommenie (874 fol 9); tussen 1444-1445 (875 fol 10v) en 1449-1450 (880 fol 9v): idem; 1450-1451: (881 fol 9) Gerrit van Assendelft bij dode van zijn oom heer Barthoud van Assendelft, die de visserij te Crommenie erfelijk in leen hield; tussen 1451-1452 (882 fol 10) en 1464-1465 (895 fol 28v) hield Gerrit van Assendelft deze visserij; (fol 23) 4 hoet gerst uit de tiende nvan het Nyelant, oorspronkelijk aan zijn oom heer Barthoud, op 1399-04-09

Barendrecht, van | 1361-07-26

Reg Rotterdam en Schieland no 843/Arch Heerlijkheid Oost-Barendrecht Inv 112 fol 217v; Reg St Pauls leenen A fol 46v
Achternamenindex

Jan van Oen, abt van St Pouwels te Utrecht, verklaart in erfleen gegeven te hebben aan heer Jan van Rosendale, ridder, al de tienden in het ambacht van Oost Barendrecht, dat toebehoort aan de heer van Wassenaer, al de tienden in het ambacht van West Barendrecht, ook genoemd Clauwerts ambacht van die Poel, en al de tienden in het ambacht van heer Daniel van de Merwede, dat men Carnesse noemt. In een ongedateerde akte (van 1361-09-07?) worden al deze tienden door abt Jan van Oen beleend op de heer van Wassenaer

Benthem, van | 1385-07-13

Urk Stift Monterberg regest 691, 693 p 236
Achternamenindex

Walraven van Benthem en zijn vrouw Geertruid van Steenbergen dragen over tbv vrouwe Margaretha van den Berghe, gravin van Cleve, een Hof, groot 40 Holl morgen te Loethe [Leut, onder Ubbergen] die Willem van Bymmen zu bauen pflegte; 1391-01-05: Walraven en zijn vrouw dragen hun hof te Loeth, die Wilhem von Haeren zu bauen pflegte, aan her Adolph en zijn vrouw Margaretha, graaf en gravin van Cleve, in 11 stukken, met name genoemd; 1391-01-15: verkoop van deze Hof door Walraven aan de graaf en gravin van Cleve

Cock, de | 1321-04-23

Van Mieris II p 254
Achternamenindex

de Coc van Rubroek: graaf Willem oorkondt dat Jan van Rubroec en zijn vrouw Adelise "ons langhe tijd gevolgd hebben omme scout, die die grave Florens schuldig soude wesen Wisse Gillissone van Coudekerke" (eerste man van Adelise) met hun kinderen Jan, Simon en Lisebet van Coudekerke, van gekochte ambachten te Coudekerke en Vlissingen, daar Meyster Willem Loef en Simon van der Hoghen een segghen van gezegd zouden hebben, en van deze scout zou Adelise Jansdochter de helft toebehoren. De graaf heeft gratie gedaan en haar de helft van de scout gegeven, 50 £ Tornoys

Cuser | 1399-05-25

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 367
Achternamenindex

leen van Amstel: no 29) de ambachtsheerlijkheid van Nieuwer Amstel: heer Coen van Oosterwijk Willem Cusersz, neef van de leenheer, eventueel te komen op Herbaren van Foreest Jansz, zijn kleinzoon. Met lijftocht van zijn vrouw Clemens vrouwe van Sloten op de mindere helft, nadat hij kocht voor 3100 schilden; 1399-08-05: Coen van Oosterwijk die beleend is, zal schepenen zetten in Nieuwer Amstel. Deze belening zal heer Arnout van Leyenburg, baljuw en rentmeester van Amstelland niet hinderen; 1403-02-03: Margaretha van Cleve hertogin van Beyeren bij overdracht door heer Coen van Oosterwijk, ridder

Keeten, van | 1412-03-30

Reg Rotterdam en Schieland no 1846, 2079, 2099
Achternamenindex

de graaf heeft in erfleen gegeven aan Symon Willemsz van Keeten 12 gaarden land, houdende in de hoefslag omtrent 6 morgen, gelegen in het ambacht van Cappelle te Keeten bij die Gheershoeve, hem aangekomen van zijn vader Willem Jan Foeckynszsz [Jan Florisz], en door deze in leen gehouden. 1421-01-04: hertog Johan geeft aan Symon Willemsz van Keeten 12 gaarden land, groot omtrent 6 morgen gelegen in de Geershoeve te Keeten in leen; 1421-05-16: hertog Johan geeft dit land, tevoren in leen gehouden, als vrij eigen aan meester Symon Willemsz van Keeten

Crauwel | 1468~

Codex Dipl. Neerl. 2e serie, deel 4, afd 2 p 58
Achternamenindex

goederen van het convent Oostbroek in het land van Buren: - 105 morgen land met de Raephoff, liggend achter het slot te Bueren: Herman Vranckenz, Dirck Crauwell, Goedert die tymmerman, Jacop van Upweert; - de Wolffsacker, 37 morgen, liggend tussen Bueren en Asch: Wolter Rutgersz, Johan van Wyck; - te Erinchem, het erf geheten Snypwick, 133 morgen land, en die Meent en Viergarde. 1468: sommige van deze landerijen waren gelegen: Upten Blysmoet en up Luttenvelt, up Hellengrave (bij Asch) in de Hamschencamp, up Aekenriet, die Sneppelsche bouwinge bij Heyn Tecken Coppell

Brederode, van | 1391-04-06

Van Mieris III p 579
Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat de jonkheer van Brederode en Claes Claesz [Persyn] als zijn leenhouder grotelijks gestoord worden in het bezit van hun sluizen, wateringen, tochten en visserijen van der Wisen en van Tetensloet bij Purmerend, welke sluizen etc. de gemeente van Waterland in eigendom had gegeven aan de vrouwe van Waterland [de jonker van Brederode was blijkbaar de vrouwe van Waterland in het bezit van deze zaken opgevolgd], die er haar neef Claes Claesz mee beleend had. De hertog verbiedt een ieder inbreuk te maken op de rechten van de jonker en van Claes

Bekesteyn, van | 1562-01-29

Inv Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cart Zeven Getijden Haarlem fol 112
Achternamenindex

Dirck Claesz Roijer, schout in de banne van Velsen, oorkondt dat Cornelis Willemsz alias Wrocht verkoopt en erkent schuldig te wezen aan de Getijdemeesters van de Grote Kerk te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 6 Kar gld, losbaar met 100 Kar gld, met als onderpand een stuk land gelegen in Velsen, in den Brueck, ½ van 5 mad of daaromtrent, belend oost: Jan jonge Symonsz c.s., zuid: Wouter van Bekesteyn, west: Jacob Jansz, noord: Wouter van Bekesteyn; 1618-12-30: deze brief is gelost bij Pieter Arisz van Velzen

schepenen: Engel Aelbertsz en Cornelis Jansz

Velsen