1705 resultaten

Heukelom, van | 1342-12-02

R.A.H. Coll Aanw 36 fol 290
Achternamenindex

graaf Willem geeft aan mr Aernd van Hoecle, zijn klerk en chirurgijn die tot nu toe 15 £ Holl per jaar voor zijn leven ontving, voortaan 20 £ per jaar op de rentmeester van Zuidholland uit de tol te Ammers, te versterven op zijn kinderen; zijn die er niet dan zal Wendelmoet die Willem Hontsdochter was en nu vrouw van mr Arnoud, deze 20 £ hebben tot haar lijftocht; verder krijgt Aernd tot zijn beschikking 2 paarden en een knecht en een livre van cleederen mit onsen oversten clerken; gegen te HAerlem

Cuser | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Coen Willem Cusersz: afterstallige renten van 1360, 1361, van de huur te Vroen 11sc en van de tienden van Vroenregeist 8 £ 13sc 3d, van Vroenrecleiland 17 £ 3sc, afterstal van 1362 van de tienden in Vriesland 35 £ 10sc 9d (811 fol 1, 3); 1358-1359: (806 fol 14, 17v, 28v) van de tienden in Vroenregeist 80£ 5sc, 1 hoet gerst op deze tienden 3£, ontvangt voor een hengst door hem aan de hertog verkocht 14£ 8sc; 1363-1364: zijn wedde van den huse te Middelburch te bewaren 4 weken 4 dagen, 6£ 12sc (fol 14)

Knoop | 1482-11-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 98
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Gheryt Knop na dode van zijn vader Aernt Knop, met ⅓ deel, onderdeylt, van 4 campen land gelegen tot Zoes, bij den goeden te Hamelenberch, geheten: Stocmaet, Nyecamp, Oude Weyde, en Hoetmaet [Hoeijmaet], waarvan Pouwels van Malsen de andere helft van het rechte ⅓ deel in leen houdt; deze 4 campen zijn gesplitst in 3 lenen: Gereijt Knoep heeft ⅓, zijn broer Dirck Knoep ⅓ (in margine: obiit XXVI, ut infra fol 237), Jan van Malsen het derde ⅓ deel (in libro abbatis Mathei de Goch fol 42)

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ryngenberghe

Dalem, van | 1386-12-11

Arch Nassau Domeinraad regest 776
Achternamenindex

de officiaal van Luik gezien de aanklacht van zijn procurator tegen Wilhelmus van Dalem heer van Donghen inhoudende dat deze met Sophia van Salmen gehuwd zou zijn, terwijl zijn huwelijk met Elisabeth, dochter van Wericus de Jonghe niet ontbonden was en de verdediging van de beklaagde inhoudende dat Elisabeth zijn wettige vrouw niet heeft kunnen zijn, daar te voren Badelogen dochter van Johannes Bije, die Elisabeth in de 4e graad bestond, zijn vrouw was, beslist dat Wilhelmus van Donghen schuldig is en kerkelijk gestraft zal worden volgens zijn uitspraak

Dalem, van | 1407-02-18

Arch Nassau Domeinraad regest 838, 939
Achternamenindex

schepenen van Brussel oorkonden dat voor de 300 Franse kronen die Wilhelmus Rodolphusz van Dalem schuldig was aan Johannes van Frigidus Mons Florenciusz, aan deze bij vonnis ten verkoop zijn toegewezen. De volgende goederen: volgt opsomming met o.a. 26 bedden, dekens kleden, 20 metalen kannen etc., 8 paarden, 24 hoornvee, 200 schapen, 26 varkens 36 zijden spek etc. en een schuldbekentenis van Henricus van Ranst vanwege zijn zuster Machtildis. De goederen zijn verkocht aan Wilhelmus van Hertwijc, met verklaren dd 02-19 dat Wilhelmus van Hertwijk de goederen heeft overgegeven aan Johannes van Frigidus Mons

Dalem, van | 1418-02-13

Arch Nassau Domeinraad regest 1066
Achternamenindex

Jordanus, bisschop van Albanum, vergunt Wilhelmus van Dongha en zijn vrouw Sophia een biechtvader te kiezen, die hun absolutie mag verlenen van zonden, tenzij deze zodanig zijn, dat tussenkomst van de pauselijke stoel nodig is en hun gedurende 5 jaar zo dikwijls het nodig is, een heilzame boetedoening zal opleggen terwijl hij beloften van een pelgrimstocht en van onthouding wanneer zij die gedaan hebben en niet kunnen nakomen door over zee te gaan, mag veranderen in andere vrome werken uitgezonderd evenwel de beloften gedaan aan Petrus, Paulus en Jacobus, apostels

Dalem, van | 1484-01-16 (1483)

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Zeeland fol 5/Reg Max. Philips fol 5
Achternamenindex

Max. en Philips belenen Cornelis Pietersz van Dalem, na dode van zijn vader Pieter Cornelisz van Dalem met 1/24 deel van de heerlijkheid van het land van Vosmair, tot een onversterfelijk erfleen, behalve het 1/24 deel van de tienden van Oude Vosmaer, dat in deze belening niet begrepen is, na overgifte van Pieter in zijn leven onlangs gedaan, mee beleend is Anthonis Jansz van Wissekerke. Daar Cornelis nog onmondig is doet zijn oom en voogd Jacob van Dalem hulde voor hem; 1494-10-15: doet hij zelf de eed

Diemen, van | 1470-11-01

R.A.H. Coll Aanw 105 Caput Asperen, Heukelom, Leerdam fol 4v
Achternamenindex

hertog Karel beleent Ave Vranckendochter van Diemen met 4 morgen land op Boeijcoop int dertiende weer, houdende 8 morgen, liggende opten oversten egge, haar aangekomen bij dode van haar vader. Verder nog 8 morgen in het elfde weer, belend boven: Geryt Engebrecht Biermansz, beneden: Vranc Mertijnsz, haar aanbestorven van haar vader, aan wie zij aangekomen waren binnen sjaers van Geertruyt des voirs. Vrancken moeder, dewelcke Vranck voors. deze 8 morgen noch versocht noch ontfangen had. Leen van der Lede en Schoonrewoert. Haar gesette voogd Jan Jacobsz doet hulde voor haar

mannen: Willem van Schagen, Willem van Alcmade, Vranc van Saenden

Ockenburg, van | 1320-04-15

Schotel: Abdij Rijnsburg p 130, 125; Van Mieris II p 240
Achternamenindex

(zie ook: 1320-08-28) Mabelia van Wassenaer, abdis van Rijnsburg, schenkt aan Willem Aelbrechtsz van Ockenburg spijs, drank en kledreen met een huis op het hof, waarin hiji met zijn neven Kerstant en Pouwels en zijn snaar Lisabettendochter van Groenevelt kon wonen, en een paard, gehouden "zonder sinen cost, zomerdaghes met graes ende winterdaghes met voeder", hiervoor had hij 100 morgen en 28 morgen land afgestaan en 7£ jaarlijkse renten in Ketelambacht, en 27 morgen en 5£ rente in Maasland. Met deze geoderen werd hij in 1323 na St Jan Midzomer weer beleend

Goor, van | 1317-05-02

Reg Bisschoppen Utrecht I no 402, 353; Racer II 278 no 34
Achternamenindex

Ecbert van Almelo erkent dat bisschop Guy hem de goederen die door de dood van Philips van Almelo ( 24-07-1315), proost van Oudmunster en zijn broer Arnoud van Almelo aan de Utrechtse kerk vervallen waren, weer in leen gegeven heeft, met uitzondering van Splinterinchof te Ostmerszem, waarvan hij bij deze nog uitdrukkelijk afstand doet evenals zijn broer Johannes van Almelo, op raad van jonker Johannes graaf van Bentheim en Henricus de Almelo, zijn ooms resp van moeders- en vaders zijde, ter beeindiging van de daarover gerezen twist

Ernestus de Almelo, monnik te Egmond, Godefridus de Gore, Johannes Redinck, Arnoldus de Borchlo, de broers Nicolaes en Matheus Sconevelde, ridders

Overijssel