1705 resultaten
Schagen, van | 1492-1493
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 268; E.A. Dossiers dl I dossier 102
Achternamenindex
Jan van Scaghe contra Claes Coerf, schout van Hoorn. Geschil over het schoutambt te Hoorn sedert 1492. Verweerder had dit in 1489 gepacht in 1492 met 3 jaar verlengd. Pas in 1498 ging eiser die een schenkingsbrief van de Vorst had verkregen, in appel bij de Grote Raad. In zijn proces bracht eiser naar voren dat verweerder rees 5 ambten bekleedde, terwijl dit volgens Hollands recht er mar 2 mochten zijn. Verweerder stelt dat deze regel in onbruik is geraakt, en stelt bovendien dat de appellatie reeds in 1489 gedaan had moeten zijn. 1493-08-20: eerste aanleg (no 102, schrifturen en onderzoek); 1493-08-30: vonnis. Claes Corf had dit ambacht in 1489 gepacht en deze pacht was in 1492 met 3 jaar verlengd.In ditzelfde jaar zou het ambt aan Jan van Schagen verleend zijn. Partijen verwijten elkaar onloyaal gedrag jegens de vorst: Jan zou deelgenomen hebben aan de rebellie in 1491 (eiser was toen schout van Haarlem). De Grote Raad stelt eiser in het ongelijk, wijst het ambt aan verweerder toe. Met tal van bijgevoegde processtukken o.a. moeten de Westfriese dorpen 2000£ betalen voor de schade aan persoon, huis en goederen te Alkmaar van Claes Corf toegebracht (102/2)
Arkel, van | 1359-05-29
R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex
Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken
Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft
Abcoude, van | 1308
Regesten Bisschoppen Utrecht I no 226
Achternamenindex
Jan van Lynschoten en Danyl van Hamele doen voor den bisschop als scheidsrechters uitspraak in het geschil tussen Sweder van Abicwoude en Kerstans van Lynschoten, waarbij bepaald wordt dat het huis te Linschoten door Sweder aan Kerstans verleend zal worden, zoals het door hem vroeger aan Willem van Linschoten verleend is, dat 18 morgen land genaamd Sannenland en Reynersland en 6 morgen genaamd Wendelmudenlant aan Sweder in eigendom zullen toebehoren, terwijl Kerstans aan Sweder 800 £ schadevergoeding voor het gebruik van diens land zal betalen, terwijl een boete van 1000 £ gesteld is op overtreding van deze bepalingen
Albrandswaard, van | 1247-04
v.d. Bergh II no 441/De Fremery no 94
Achternamenindex
Nicolaas heer van Putten verklaart dat de abt en het convent van Ter Does hem en Aloud de Albrandswaard aangeklaagd hebben voor het geestelijk gerecht, wegens inbreuk door hen gemaakt op de gift van Wouter van Egmond en Antonius van Gelmen van het land Alebrandswaard aan ter Does. Nicolaas erkent nu deze gift, verklaart verder dat Aloud al zijn rechten op Alebrandswaard aan hem afgestaan heeft en schenkt nu al zijn bezittingen en rechten in en op Alemanswaard aan de abdij Ter Does; 1248-03-26 (vidimus 1281): de graaf van Holland neemt de abdij ter Does in bescherming t.a.v. Albrandwaard
Arkel, van | 1329-04-28
A.R.A. Holl Leenkamer no 7 fol 61v/EL 6 fol 61, EL 24 fol 50 (twee brieven)/Reg Hann p 176
Achternamenindex
Claes van Arkel, ridder, belooft de graaf dat hij het geld ontvangen van 8 morgen land die ver Lysbeth, zijn vrouw, van de graaf in leen hield en die zij ten vrijen eigendom ontvingen, binnen het jaar beleggen zal in ander goed. Gegeven te Bergen in Henegouwen, des vridaghes na Paeschdag. In het volgende stuk geeft de graaf hun toestemming tot de verkoop van deze 8 morgen land die ver Lysbeth Henrixdochter van Hennichove [Emmichoven] van de graaf in leen hield, gelegen in het gerecht van Dijle [Andel] achter "Ghisebrechts huijs van Arcle over die steghe"
Berkel, van | 1344-07-06
Reg Rotterdam en Schieland no 536 en 537
Achternamenindex
Hughe de abt van Egmond verklaart, nadat Bartoud Melisz van Berkel hem opgedragen had het goed, hetwelk deze en zijn vader van hem in leen hielden, gelegen ter Schie in Gelysambacht van Cralinghe, en geheten het Rietvelt, buitendijks aan de oostzijde aan heer Dirc van Matthenesse, dit in leen gegeven te hebben aan Aernt Melysz en meester Hughe Aerntsz, na hun beider dood te komen op de oudste zoon van Aernt. Aantekening dat Aernt Melysz van Berkel van Egmond in leen houdt een stuk land groot 3 ½ morgen geheten het Rietvelt bij Scoenreloe in Otsiersambacht van Cralinghe "van eygen opgedragen"
Bochoven, van | 1368-11-08
Bokhoven en de Vereering van de H. Cornelius door Walter Breedveld p 10
Achternamenindex
de broers Arnold heer van Herlaer en Daniel heer van de Merwede, dragen de heerlijkheid Bochoven over aan Jan Oem van Arkel. Deze laatste werd opgevolgd door zijn beide zoons Joannes en Martinus, die volgens een document van 1434 de heerlijkheid tesamen bezaten. in 1445 wordt echter alleen de eerst nog vernoemd als heer van Bokhoven. Hij werd opgevolgd door Hendrik van der Aa (gestorven 1477), die gehuwd was met Johannes dochter Margaretha. zijn weduwe hertrouwde met Dirk heer van Hafsteyn. Na haar dood in 1486 kwam de heerlijkheid aan haar zoon Jan van der Aa, gehuwd met Elisabeth van Egmond
Boekel/Bokel | 1366-10-06
Reg Rotterdam en Schieland no 897
Achternamenindex
Wilhelmus de Reno, geestelijke en keizerlijk notaris oorkondt, dat Hugo abt van het klooster van Egmond verklaart heeft, nadat ook Jacobus gezegd Buekel was verschenen, dat over zekere tiende te Scoenreloe de abt beslist had dat deze vervallen waren aan het klooster Egmond en Jacobus niet gerechtigd was en een vergoeding voor de inbreuk schuldig was; voorts dat Jacobus zijn aanspraken moest opgeven op de tiende van het ambacht van Boekelsdijc, evenzo op de tiende in het kerspel van Ouderschie en gedeeltelijk in het kerspel van Scoenreloe, waartoe het voornoemde klooster ook gerechtigd was, aan welke beslissing Jacobus beloofde zich te zullen onderwerpen
Boxmeer, van | 1325-11-12
Catul Marienweerd no 258, 260, 261, 262, 266
Achternamenindex
Johannes de Meere heeft het patronaat van de kerk van Mill aan Marienweerd overgedragen, om na de dood van de pastoor van Meer en Mill, de abdij een geschikt persoon zal kunnen voordragen; voorts wordt door hem verzocht de moederkerk Meer en haar dochterkerk Mill te scheiden; 1325-12-09: Jacobus de Zulckem, clericus, treedt op als gemachtigde van Marienweerd in deze kwestie; 1325-11-29: hij doet verslag over de inkomsten en de wenselijkheid van de scheiding. Adolph, bisschop van Luik, doet uitspraak en scheidt de beide kerken; 1325-12-12: pastoor Henricus doet afstand van de kerk te Mill
Duvenvoorde, van | 1545-08-28
V.R.O.A. dl I p 379/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 532 regest 237
Achternamenindex
Jacob graaf van Ligne, als vader en voogd van Philips van Ligne heer van Wassenaere, burggraaf van Leyden etc beleent Aernt van Duvenvoorde met de goederen deze aangekomen van zijn vader heer Jan van Duvenvoorde, ridder, te weten: 1) het huis Duvenvoorde met 100 morgen land, 2) verschillende tienden te Voorscoeten, Eyckenduinen, Screvelinge, Wateringe en Rijswijk, 3) opbrengsten uit het schot van de Ketel en de tol te Vlaerdingen, 4) het veer ter Wadding over de Rijn aan de Doedinxlaan, 5) een bosch in Scakelbosch, dat vroeger door heer Arent van Duvenvoerde, ridder, gekocht was van Pieter Wiggers, 6) een veenland in Hillegom