Flory, van | 1618-01-08

Br Gesch Abdij Rijnsburg regest 1452

Achternamenindex

de ridderschap consenteert in een resignatie in het bijbehorend rekwest vermeld. In dit ongedateerde rekwest meldt Anthonis van Florij, wonende te sHage, aan de Staten dat hij een van zijn zeven kinderen, met name Dierck, rechten wil laten studeren, en dat, opdat hij in de kosten daarvan tegemoet worden gekomen, de weduwe van Karel Bentinck [Adriana van Hargen] bereid is van een beneficie genaamd de Prove van den Breden Choor te Rijnsburg, door Stephana van Rossem abdis van Rijnsburg [1569-1603], aan Bentinck en zijn vrouw geschonken, afstand te doen tbv Dierick van Flory. Hij verzoekt consent aan de Ridderschap voor deze overdracht

Gellicum, van | 1494-03-14

Wapenheraut jg 1915 p 481/G.A.U Catalogus I no 611

Achternamenindex

afgeloste rentebrieven der stad Utrecht: Cornelia Hubert de bastaarddochter van Culenborch, vrouw van Otte van Gellicum, de broers jonge Johan, Vrederyck en Cornelis van Meerten, Ernst zonen van Meerten, oorkonden dat zij geen recht hebben op 21 £ erfelijke renten per jaar en op 6 oude schilden per jaar erfelijke renten op de stad Utrecht, zoals vermeld in de doorgestoken brief, doch dat deze renten alleen toebehoren van Zweer van Esschensteyn en jvr Jutte Arntsdochter van Sulen, die hij heeft bij jvr Zweer Hubert de bastaarddochter van Culemborch; daar oorkonders geen zegels hebben, zegelt Johan van Zijl voor hen

Arkel, van | 1391~

Akten Gelre en Zutphen 1376-1392 p 304, 310, 319, 333 en 334

Achternamenindex

Otto heer van Arkel en Johan van Arkel heer tot Hagensteyn zijn zoon, geven een vrede aan hertog Willem van Gelre, heer Gysbrecht van Vyanen en van den Goye en heer Henrick van Vyanen heer van der Ameyde gedurende een jaar lang, en ieder zal gedurende die tijd rustig zijn lenen mogen gebruiken, uitgenoemden de slate ende erfnisse van Ameyden ende van Eversteyn, die in handen zullen staan van de heren van Holland en Gelre en de heer Ernst van Herwinen. Nog een stuk betreffende deze zoen geschreven te Woudrichem op Groten Vastenavont (zonder jaar), idem: 1391-02-12

Arkel, van | 1392-08-24

R.A. Utrecht regesten Domkapittel Oorspr Charter no 962

Achternamenindex

Johan van Arkel heer van Haghensteyn erkent van het Domkapittel zijn gerecht tijns en grote tienden in de parochie Lexmond welke het in gemeen bezit heeft met het kapittel van Oudemunster, voorts de grote en smalle tienden van vijf hoeven land in deze parochie, het ¼ deel van de Middelweerd en de Jaersvelderweerd waarvan het ander ¼ deel aan het kapittel van Oudmunster en de helft aan de heer van Vyanen toebehoren; alsmede zijn tienden in Tul, Wael en Honswijc die de heer van Vyanen in pacht had gehad, in lijftocht te hebben ontvangen. Zie ook 1392-08-22

borgen: Johan van Scoenouwen, Borre van Heemsteden, Ghysebrecht van der Weyde, Lambrecht die Witte

Arkel, van | 1467-02-05

Nyhoff: Gedenkw IV no 444 p 387

Achternamenindex

hertog Adolph van Gelre oorkondt dat wijlen zijn vader aan zijn oom heer Willem heer van Egmond beloofd had de schade die deze geleden had in de Guliksche vede te vergoeden, dat dit tot nu toe nog steeds niet gebeurd was "soe bekennen wij mit desen open brieve voor ons onse erven ind nakomelinge, dat nu bij tusschenspreken onser beider frunde bedadinght is, dat wij denselven onsen ohem, ind (gebreke sijnre) sijnen erven, die vurg somme 5300 R gld dair mede he sich Arnt van Blitterswyck, Goissen Sepede, Wilhem van Arckell ind Hinrick Peterssoin, die mit on in synen dienste nederlagen, gekocht heeft"

Adrichem, van | 1578-10~

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 221

Achternamenindex

schepenen van Haarlem en Syvert Cornelisz Schagen, schout, Albert Centen en Albert Jacobsz, schepenen van Haarlemmerliede, oorkonden dat Wilhelmina Florisdochter van Adrichem opdraagt aan de kinderen van wijlen Harman van der Laen, de helft van ca 12 maden land, gelegen aan elkaar, eens deels binnen de stadsvrijheid, eensdeels in de ban van Haarlemmerliede, belend noord: Henrick van Berkenrode, oost: de kinderen van Livina Fransdochter van Persijn, met Cornelis Jansz den Boer, zuid: Cornelis Jansz den Boer, Marytgen Gerritsdochter, weduwe van Grote Calis en Aechte Pietersdochter, west: de Schalkwijkerweg; deze verkoop is niet doorgegaan en zonder datum geroyeerd

Haarlem

Bosch, van | 1487-12-07

Arch Gasthuizen Leiden regest 856

Achternamenindex

Marie Claesdochter [dochter van Claes Hugensz en Margaretha Willemsdochter van Bosch] en haar man Dammes Symonsz verklaren voor schepenen van Leiden ter voldoening van het testament van Hughe Claesz, gegeven te hebben aan de gasthuismeesters van het St Katrynengasthuis te Leiden, een rente van 4 £ Holl, en verzekeren deze op een woning met 14 morgen land in de ambachten van Alphen en Arleveen, waarvan 8 morgen met het huis te Alphen en 6 morgen in ARleveen, waarvoor de gasthuismeesters elk jaar op Kerstdag uitdeling van wijn en gebraad zullen houden en een zielmis voor Huge Claesz zullen doen lezen

Beeckesteyn, van | 1678-05-04

O.R.A. 1586 fol 339 Transportreg banne Westzaan

Achternamenindex

de heer Willem Vastrick, subst griffier en rentmeester v.d. exploi.. S Hoofs van Utrecht, Jan Claesz Heynes, wonende te Amsterdam, beiden uit naam van hun vrouw en Jannetje van Beeckesteyn, kinderen en erfgenamen van zaliger Pieter van Beeckesteyn in zijn leven schout van deze ban, voor zichzelf en instaande voor Dirck Breeuwer in huwelijk hebbende Catharina van Beeckesteyn, mede erfgenaam van Pieter van Beeckesteyn transporteren aan Claes Jansz Kaer een huis en erf te Zardam op de Dam, belend oost: Jacob Cramer en Maerten Maertensz Ayee, west: Jacob Cramer en de weduwe van Eduard Verhulst met een steeg

Beeckesteyn, van | 1685-03-20

O.R.A. 1588 fol 282 Transportreg banne Westzaan

Achternamenindex

Claes Claesz Stickel eertijds in huwelijk gehad hebbende Jannetje Beeckesteyn, zynde een dochter en mede erfgenaam van zaliger Pieter van Beeckesteyn, schout van Westzaan en Krommenie, aan wie het navolgende bij loting uit de gemene boedel was toegevallen de helft van een huis en erf van de overledene, staande tot West Zaandam in de Hoge Horn, belend zuid: Jan Jacobs Jaeboom, noord: de weduwe van Jan Gerritsz ouwekees; Dirk Cornelisz Brewer, in huwelijk gehad hebbende Catharina Beeckesteyn, ook mede erfgename van haar vader, mede gerechtigd tot de helft van het voornoemde huis. Zij verkopen deze helft aan Claes Claesz Stickel [voorn?]

Kedichem, van | 1421-08-06

R.A.H. Coll Aanw 57 fol 412v, fol 429/Reg in Beyeren II fol 195; R.A.H. Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 39; R.A.H. Coll Aanw 76 fol 167/Memoriale in Beyeren N fol 55v

Achternamenindex

hertog Jan oorkondt dat Ghijsbrecht Koenenz hem heeft opgedragen den Waert gelegen voor Arckel op de Linge zoals zijn vader Koen Gysbrechtsz van de heren van Arckel in leen gehouden heeft. De hertog beleent hiermede vervolgens Dirck Lambrechtsz van Kedichem; Tot dese voirs. verlyinghe bracht hij brieve heeren Jans heere t'Arkel daer hij dat Koen Gysbrechtsz in verliet hadde 1397 des Sonnendachs opten beloken Pinsterdach (1397-06-17); 1427-04-14: Elisabeth van Görlitz, als vrouwe van Arckel beleent Baernt Jansz met deze Waert, hem aangekomen na de dood van Dirc Lambrechtsz van Kedichem; 1428: idem Baernt Jansz (vgl 1391-05-21)